Maliënkolder, op maat gemaakte handschoenen, zelfgeweven wapenkleed met Gentse leeuw: het plaatje moet kloppen. 'Je kan geen kostuum van de 15de eeuw combineren met een helm uit de 12e eeuw', zegt Marc beslist. Al was zijn ridderkleding wel een kleine investering. 'Mijn pothelm was het duurste: die kostte 180 euro', vertelt hij. 'De andere stukken zijn ook duur: een maliënkolder van 135 euro, een zwaard van 110 euro,... Daarom was de enige vereiste voor mijn werk hier dat ik mijn materiaal achter slot en grendel kon steken. Geld hoef ik niet, ik ben een vrijwilliger.'

Door zijn interesse in de Middeleeuwen kwam Marc toevallig in re-enactmentgroep Gesta Francorum terecht. 'Ik vroeg hen informatie over ridderkleding en ze nodigden me meteen uit om bij hun groep aan te sluiten', vertelt hij. 'We verkleden ons als echte ridders, zo authentiek mogelijk, en tonen dan aan mensen hoe mensen in de Middeleeuwen leefden.'

Zwaardvechten

Tijdens een kastelenspel met kleuterscholen, waar Marc de graaf speelde in het verhaal, klampten al veel toeristen hem aan. Nu hij veel tijd heeft tijdens zijn brugpensioen, wil hij toeristen entertainen. Marc staat nu tijdens de Gentse Feesten wel even in het Gravensteen, de deal met de stad Gent is nog niet rond. 'Ik moet nog officiële toestemming krijgen om hier het hele toeristische seizoen te staan', zegt hij. 'Ik zou het leuk vinden als de rest van de groep ook mag meedoen: dan kunnen we zwaardvechten en standjes met ambachten uit de Middeleeuwen opzetten.'

Marc maakt een positieve balans op van de afgelopen dagen. 'Toeristen schuiven aan voor de foto, en de kinderen vinden het geweldig. “Ben je een echte ridder? Is het een echt zwaard?”, vragen ze dan. Ik hoopte dat mensen me niet zouden herkennen, maar daarstraks sprak een vrouw me op de Vrijdagmarkt al aan.'

Tot woensdag 18 juli staat Marc in het Gravensteen, vanaf donderdag tot het einde van de Feesten is hij in de souvenirshop aan het Belfort te vinden.