Het Groot Woononderzoek ondervroeg meer dan tienduizend Vlamingen over hun woonsituatie en bracht de staat van meer dan vijfduizend woningen in kaart. De gemiddelde huurprijs blijkt gestegen van 512 euro per maand in 2005 tot 581 euro in 2013.

Opvallend voorts is de verschuiving van het aandeel eengezinswoningen naar appartementen. In 2005 ging het nog om 79,8 procent woningen en 19,1 procent appartementen, vorig jaar was dat respectievelijk 73,6 en 24,6 procent. De Vlamingen zijn volgens de bevraging ook minder van plan ooit eigenaar te worden (51,2 pct ipv 56,2 pct).

Betalingsproblemen blijken er iets minder. Het aandeel gezinnen dat afgelopen jaar minstens één keer te laat betaalde, daalde van 11,3 tot nog 9,7 procent. Toch blijkt de huurwaarborg voor velen - net als in 2005 - een last. Een kleine tien procent spreekt van een “zeer zware last”, 15,9 procent van een “zware last” en 18,5 procent van een “min of meer zware last”.

Sp.a-minister Van den Bossche pleit daarom voor een huurwaarborg in schijven. Meestal gaat het immers om twee maanden extra huur, in een derde van de gevallen zelfs om drie maanden. Op de sociale huurmarkt bestaat de waarborg in schijven al.

Concreet denkt Van den Bossche aan een centraal huurwaarborgfonds waarin de waarborgen in schijven gestort worden en waaruit de verhuurders betaald kunnen worden als er na afloop schade van het contract wordt vastgesteld.