De richtlijnen van de vroedvrouwen, kinderartsen en Kind & Gezin waren jarenlang strikt: moedermelk heeft een temperatuur van 37 graden Celsius, dus moet flessenmelk opgewarmd worden tot precies die temperatuur. De laatste jaren werden ze losser: opwarmen tot ongeveer lichaamstemperatuur was oké. Vandaag is het roer omgegooid. Nieuwe moeders die de fles geven, mogen die op kamertemperatuur – ongeveer 20 graden – geven.

Lisa Noben was verbaasd toen ze twee weken geleden op de kraamafdeling de eerste fles voor haar pasgeboren dochter Leonie in haar handen kreeg gestopt: “Oei, dat flesje is koud.” Het was geen vergissing. “We promoten borstvoeding”, zegt Iny Cleeren van AZ Sint-Lucas in Gent. “Maar voor moeders die de fles geven, raden we flesjes op kamertemperatuur aan. Het is zeker niet slechter voor de spijsvertering van de baby en er is geen risico meer op brandwonden.”

Maar het grootste voordeel is het gemak, zegt Lisa. “Als ik wegga, hoef ik niet altijd een flessenwarmer mee te nemen. En ’s nachts hoef ik niet elke keer naar de microgolf beneden. Ik zet gewoon een fles water op het nachtkastje.”

Zelfde voedingswaarde

Kind & Gezin geeft eenzelfde aanbeveling: geef bij voorkeur borstvoeding, maar een flesje melk op kamertemperatuur is net zo goed als een flesje op lichaamstemperatuur. Net zo bij de Vlaamse Beroepsorganisatie van Vroedvrouwen. “Koelkastfris is niet oké, maar kamertemperatuur kan perfect”, zegt voorzitter Joke Muyldermans. “Zolang de baby het aanvaardt. Bewaar je fles water voor de hygiëne wel in de schaduw en niet in de zon, waar ze is blootgesteld aan grote temperatuurschommelingen.”

“Voor de voedingswaarde van de melk maakt het niet uit of ze 20 of 37 graden is”, zegt Yvan Vandenplas, diensthoofd pediatrie aan het UZ Brussel. “Dat flesjes op kamertemperatuur een relatief nieuw fenomeen zijn, komt door de kwaliteit van de melkpoeders voor baby’s die op de markt zijn. Vandaag lossen die net zo goed op in koud water.”