Dit mag je vooral niet zeggen tegen iemand met kanker

© Shutterstock

Zowat iedereen wordt vroeg of laat geconfronteerd met kanker in zijn of haar omgeving. Op die momenten wil je er vooral zijn en een luisterend oor bieden, maar soms is het moeilijk om de juiste woorden te vinden. Fiona Holland, professor psychologie aan de Britse University of Derby, interviewde zes vrouwen bij wie tussen hun dertigste en vijftigste levensjaar kanker werd vastgesteld.

ehu

Als bij een goede vriend, vriendin of een familielid kanker wordt vastgesteld, wil je er vooral laten weten dat je er bent voor de patiënt. Toch kan het moeilijk zijn om op die momenten een gesprek te starten. Sommige kankerpatiënten praten graag over de diagnose en de behandeling, sommigen vinden dat extreem ongemakkelijk. Holland lijstte zeven tips op om die gesprekken makkelijker te maken.

1. Zeg niet wat jij zou doen in hun situatie

Soms willen vrienden of familieleden laten weten wat zij zouden beslist hebben, mochten ze zich in de situatie van de patiënt bevinden. Of welke keuze zij zouden maken als het bijvoorbeeld over een moeilijke beslissing als borstamputatie gaat. Dat doe je beter niet. “Ik zal altijd van je houden, wat je ook kiest” is een betere uitdrukking om hier te gebruiken.

2. Word niet zo emotioneel dat zij jóu uiteindelijk moeten troosten

Het is goed om een luisterend oor te bieden, een schouder om op te huilen of steun bij het maken van moeilijke beslissingen. Maar word zelf niet zo emotioneel dat de patiënt uiteindelijk aan jou moet zeggen dat het allemaal wel goed komt.

3. Ga er niet van uit dat ze per se hulp nodig hebben

Bied hulp aan bij alledaagse dingen: opvang, winkelen, hen naar het ziekenhuis brengen. Maar onthoud: niet iedereen wíl hierbij geholpen worden.

4. Google hun ziekte niet en kom daarna zeker niet met statistieken zwaaien

Sommige mensen willen hun kansen op genezen of hervallen liever niet kennen, tenzij ze het expliciet vragen. Als je twijfelt, geef dan geen informatie en steun hen op andere manieren.

5. Ga er niet van uit dat ze hun hele leven willen veranderen

Het leven van kankerpatiënten wordt overhoop gehaald; je laat ze best gewoon worden aan de nieuwe situatie. Laat ze de dingen met jou bespreken als ze daar zelf zin in hebben en klaar voor zijn.

6. Denk niet dat alles voorbij is als ze weer aan het werk gaan

“Oh, je bent weer de oude!” roepen als een patiënt het werk hervat, is geen goed idee. Het voelt aan alsof je de enorme emotionele en fysieke beproeving die ze hebben meegemaakt, een beetje minimaliseert.

7. Ga er niet van uit dat ze jóuw hulp nodig hebben

De vrouwen uit de studie gaven aan dat als hun kinderen heel normaal deden tijdens de behandeling, ze zich veel meer gesteund voelden en makkelijker voor zichzelf konden zorgen. Je kan dus altijd vragen of je kan helpen, maar mag je hulp ook niet opdringen.

Aangeboden door onze partners