Mijn dochter en ik zijn met een stervende op wandel. We wandelen niet, we schuifelen. Dat vergt veel geduld van mijn lijf, dat altijd haast in zich draagt. Domme haast, omdat het leven dat vraagt of omdat ik denk dat het leven dat vraagt.
Iedereen steekt ons voorbij. De stervende merkt het niet eens. Of weigert om het te merken. Zijn krachtige lijf is verteerd door kanker. Overal zit het. “Zelfs in mijn vingertoppen.”
Hij ...