Bruyneels redenering is als volgt: “Wereldtoppers die zich gedopeerd hebben, kun je niet kloppen zonder zelf iets te nemen. Maar: LeMond was de beste van zijn generatie, net zoals Hinault, Anquetil, Merckx en Indurain. En dus ook Lance!”

De voor het leven geschorste ploegleider haalt in het interview zowat alles wat Frans is over de hekel. “Als ik sommige ex-collega’s bezig hoor, denk ik: doe wat je wilt, maar zwijg over doping. Neem nu ploegmanagers Marc Madiot, Vincent Lavenu en Jean-René Bernaudeau – de éminences grises van het Franse wielrennen. Ze blijven me afrekenen op mijn verleden, maar wat zij hebben uitgespookt, is zogezegd vergeven”, vertelt Bruyneel in een interview met Humo.

Bruyneel blijft herhalen dat “Lance en hij blijkbaar de grote schuldigen zijn van alles wat is misgegaan in het wielrennen”. “Het stoort me dat Tourbaas Christian Prudhomme en UCI-voorzitter David Lappartient Bjarne Riis met open armen ontvangen: ‘Hij verdient een tweede kans, de feiten dateren van lang geleden’. Maar goed dat hij een tweede kans krijgt, want hij zal dezelfde fouten zeker niet begaan. Alleen is Bjarnes situatie krek dezelfde als de mijne. Als ze je kop willen, maak je geen schijn van kans”, zegt de 55-jarige Izegemnaar die fulltime vader is van twee kinderen en momenteel een bedrijf in sport consultancy runt.