Van Bernal tot Van Aert: onze wielerredacteur kiest zijn tien tops en flops van het coronaseizoen
Zondag viel in Madrid het doek over een ingekort, maar krachtig seizoen. Het waren drie leuke, zotte, intense koersmaanden waarin de spankracht elke wedstrijd opnieuw tot de laatste meter zowat aanwezig was. Het werd door de coronacrisis een samengedrukt seizoen waarin de twintigers de dertigers een lesje leerden. Alleen de 31-jarige Primoz Roglic was een uitzondering op de algemene regel, terwijl Egan Arley Bernal bij de jeugd niet thuisgaf. Ziehier onze tien flops en tops van 2020.
Onze flop-10
Egan Arley Bernal: back to reality
De Tourwinnaar van 2019 likt thuis zijn wonden na een seizoen waarvan hij zoveel verwachtte maar dat in ‘La Grande Boucle’ met een sisser afliep. Bernal won als schaduwkopman vorig jaar de Tour. Als uittredend titelverdediger was hij nooit op hetzelfde niveau van de Sloveense tweekoppige draak Pogacar-Roglic. Het begon al in de Dauphiné waaruit hij met rugklachten vertrok. Overtraind bij hem thuis in Colombia? De 23-jarige Zuid-Amerikaan nam het filosofisch op toen hij, al hopeloos achterop geraakt, de zeventiende etappe niet meer startte. “Dit hoort bij het leven van een renner.”
Egan Bernal. — © AP
Chris Froome: uiterst moeizame comeback
De 35-jarige Brit van Ineos-Grenadier ontving zondag voor de start van de slotrit de trofee als winnaar van de Vuelta 2011. Negen jaar nadat Juan José Cobo als laureaat werd gehuldigd maar nadien als valsspeler werd ontmaskerd. Of zijn trofee voor de eerste, weliswaar laattijdige, eindwinst in de Vuelta ook de laatste is in het rijtje, is zeer de vraag. De viervoudige Tourwinnaar heeft de verdienste dat hij deze Vuelta uitreed, maar meer dan af en toe eens knecht spelen van Richard Carapaz, zat er niet in. Haalt hij na zijn megacrash in de Dauphiné van vorig jaar ooit nog zijn niveau van de Tour van 2018? Zelf denkt hij van wel. En dat vermoedt ook Israel Start-Up Nation, dat hem volgend jaar als kopman uitspeelt in de grote ronden.
Alejandro Valverde: vechtend tegen zijn ouderdom
‘El Imbatido’ zette naar eigen normen een draak van een seizoen neer. Voor het eerst sinds 2012 won de ex-wereldkampioen van Innsbruck 2018 geen enkele wedstrijd. Akkoord, als veteraan van veertig werd hij in dienst van Enric Mas nog twaalfde in de Tour en tiende in de Vuelta, maar hoe lang haalt hij daar nog vreugde uit? Omdat Tokio, zijn allergrootste droom, opgeschoven is naar 2021, is hij ook volgend jaar nog prof, maar ook deze vader van vier kinderen zal de voorbije maanden ondervonden hebben dat de tand des tijds bij hem ook zijn werk doet.
Alejandro Valverde. — © EPA-EFE
Geraint Thomas: een frustrerend jaar
2020 is een wielerseizoen dat ‘G’ best snel vergeet. De tweede plaats in Tirreno-Adriatico is een balsem op een diepe wonde. Omdat Ineos-Grenadier voor vernieuwing koos, haalde hij de Tourselectie niet. Dan maar de Giro, waar hij boordevol verwachtingen naartoe ging, maar de topfavoriet op de eindzege was al op dag drie uitgeteld door een val over een drinkbus die op de kasseien van Etna uit de houder dokkerde. Een bekkenbreuk, was de diagnose. Het werden dus 25, vooral frustrerende, koersdagen. Ook al omdat hij op het WK tijdrijden net naast het podium tuimelde. Daar moest hij het zonder fietscomputer doen die ineens voor de start zoek was.
Steven Kruijswijk: gebroken schouder en covid-positief
Van het grote plan van sportief manager Merijn Zeeman om met drie kopmannen naar de Tour te gaan, kwam niets in huis. Dumoulin zocht vergeefs zijn ritme van 2018, terwijl Steven Kruijswijk sinds de Tour van vorig jaar van de ene plaag van Egypte in de andere sukkelde. In de Vuelta 2019 was er die knieblessure de eerste dag. Nu maakte hij zich op voor de Tour maar de voorlaatste dag van de Dauphiné brak hij de schouder. De Giro dan maar, waar hij opnieuw een van de favorieten was, maar al bij de coronatest op de eerste rustdag was hij positief. Waardoor heel Jumbo-Visma naar huis trok. 2020 staat voor de rosse Nederlander gelijk met zestien koersdagen, of 2427 km.
Vincenzo Nibali: haaientanden toch wat botter
Zonder Remco Evenepoel en de naar de Tour verschoven Richard Carapaz leek het erop dat Vincenzo Nibali zo goed als een free ride had naar een derde eindzege in de Giro. Ook al omdat de kopman van Trek-Segafredo in augustus in de Italiaanse eendagskoersen blijk gaf dat hij on track was. Maar het pakte anders uit voor de ‘Haai van Messina’ die zaterdag 36 wordt. Zijn haaientanden zijn minder scherp. Met een zevende plaats in de eindstand en een zevende stek als dichtste ereplaats in een Giro-rit waren dit geen resultaten volgens zijn niveau. Ook het WK in Imola was een afknapper.
Philippe Gilbert. — © Photo News
Philippe Gilbert: gebroken knie als spelbreker
Philippe Gilbert zal zich de terugkeer naar de oude stal Lotto anders hebben voorgesteld. De ex-wereldkampioen kreeg niet eens de kans om te tonen wat hij nog uit zijn oude knoken kon halen. In opbouw naar de aprilklassiekers was er de eerste lockdown. Dan maar opnieuw naar de Tour, waar het al in de openingsrit fout liep. In Nice viel hij opnieuw op dezelfde knie die hij brak in de Tour van 2018. Voor het eerst sinds de Ardennees uit Monaco in januari 2004 prof werd, sloot de 38-jarige kopman het seizoen zonder zege af. Zijn honger zal volgend seizoen des te groter zijn.
Thibaut Pinot: geeft niet thuis
Dit moest dé Tour van Thibaut Pinot worden. De organisator had zelfs de beslissende tijdrit langs Mélisey gelegd, waar zijn vader burgemeester is. Helaas, nog voor en wel ‘la grande boucle’ begon, was het voorbij voor de kopman van Groupama-FdJ rond wie de hele Tourploeg was gebouwd. Een crash op de Promenade des Anglais verbrijzelde een heel goede voorbereiding die het beste liet vermoeden. Om ploegmanager Madiot te plezieren, startte hij met tegenzin de Vuelta die hij al na twee dagen verliet. Misschien dat de opkomst van jonge Franse ploegmaten als David Gaudu en Valentin Madouas hem volgend jaar wakker schudt. Goed dat zegekoning en puntentrui van de Giro, Arnaud Démare, de meubelen redde voor de Franse loterijploeg.
Elia Viviani: het winnen verleerd
Ploegmanager Cédric Vasseur heeft zich de voorbije maanden al dikwijls achter de oren gekrabd. Je haalt voor veel poen Elia Viviani en zijn locomotief Fabio Sabatini binnen en het resultaat van 2020 is twee tweede plaatsen in niet eens WorldTour-wedstrijden. Winnen? Dat is hij verleerd, net als de top drie die nog koerst en het meeste aantal zeges in hun carrière telt: André Greipel, Mark Cavendish en Alejandro Valverde. Viviani worstelde met een te hoog vetpercentage. Hij was een schim van de topspurter die hij bij Lefevere was.
Peter Sagan. — © Photo News
Peter Sagan: lachte vooral groen
Aan ereplaatsen heeft Peter Sagan opnieuw geen gebrek. Tot zes keer toe finishte de drievoudige ex-wereldkampioen tweede. Dat was ook zijn plaats in de strijd voor het groen die hij dit keer verloor van ex-ploegmaat Sam Bennett, en in de Giro botste hij op een ontketende Arnaud Démare. De verdienste van de Slovaak is dat hij zowel in de Tour als in de Giro dikwijls de boel op stelten zette. Toch is slechts één zege, al was het een formidabele in Tortoreto, schriel voor een wereldvedette die ook met de jongere generatie af te rekenen krijgt. Sagan lachte in dit coronaseizoen vooral groen.
De top-10
Primoz Roglic: een man van ijzer
Je moet het toch maar doen: in de beslissende tijdrit van de Tour van de eindoverwinning worden gehouden om dan een handvol weken later de Vuelta voor de tweede opeenvolgende keer te winnen. Tussendoor grabbelde de 31-jarige Sloveen ook nog eens Luik-Bastenaken-Luik mee. Rogla zal wel nooit een charismatische figuur worden, maar zowel fysiek als mentaal is het een man van ijzer. Plooien wel, maar breken? Nooit. Hij won de voorbije 50 koersdagen 12 keer en was ook nog eens 10 keer tweede. Alstublieft.
Primoz Roglic en Tadej Pogacar. — © REUTERS
Tadej Pogacar: Tourdebuut à la Merckx
Benieuwd wie Vélo Magazine straks uitroept tot dé Renner van 2020? Op basis van zijn onwaarschijnlijke Tour de France maakt de pas 22-jarige Sloveen heel grote kans. ‘Pogi’ debuteerde in ‘la grande boucle’ in de stijl van Eddy Merckx: naast drie ritzeges en de eindzege pakte hij logischerwijze de witte trui, maar ook de bolletjestrui. In zijn tweede seizoen zette hij een nog grotere stap dan in zijn maidenjaar bij de profs waarin hij de Vuelta als derde eindigde. Alleen zit hij volgend jaar in de schoenen van Bernal: het is dan iederéén tegen Pogacar.
Wout van Aert: een man voor alle terreinen
Het is absoluut geen toeval dat Wout van Aert het seizoen eindigde als derde in de UCI-ranking en als winnaar van de One Day Race World Ranking. De drievoudige ex-wereldkampioen stond er van zijn eerste koersdag na de lockdown (Strade Bianche) tot zijn allerlaatste, waar hij in Oudenaarde in een millimeterspurt de duimen moest leggen voor Mathieu van der Poel. Sprinten, tijdrijden, het zelf afmaken in de kasseiklassiekers, mennen voor Roglic: Van Aert bestrijkt het hele gamma. De wegrenner/crosser maakte na zijn horrorcrash in Pau vorig jaar in de Tour een mega-comeback. Iederéén kent nu de lange, smalle uit Herentals die alleen maar door Ganna en Alaphilippe van een wereldtitel werd gehouden in het tijdrijden en het wegkampioenschap.
© BELGA
Marc Hirschi: wilde frisheid
Koersen anno 2020 is aanvallen. Klinkt het niet, dan botst het maar. In Laruns botste de buurman van Fabian Cancellara nog op de verzamelde tegenstand, maar als Tourdebutant won hij in Sarran en bezette alle treden van het dagpodium. Met daarbovenop nog winst in de Waalse Pijl, een tweede plaats in Luik-Bastenaken-Luik en brons in Imola was hij een van dé sensaties van het jaar. En zeggen dat hij gediend werd door het coronavirus, want de eerste maanden van het jaar sukkelde hij met een pijnlijke heup.
Julian Alaphilippe: de verstrooide wereldkampioen
Vierde keer, goede keer voor Julian Alaphilippe die al sinds Bergen 2017 driftig op zoek was naar de regenboogtrui. Elke tegenstander kon na afloop van een knap WK in Imola leven met de man die ook al in de Tour opnieuw een etappe won en enkele dagen geel pakte. ‘Loulou’ koerst zo nerveus en is soms te verstrooid dat het al eens verkeerd kan uitpakken. Remember dat ongeluk in de Ronde van Vlaanderen toen hij tegen een motard knalde en de pols brak. Of Luik-Bastenaken-Luik, waar hij zo gehaast was om eindelijk een overwinningsfoto te hebben in zijn regenboogtrui dat het alsnog fout liep. Te vroeg gejuicht en te scheef gesprint. Thuis in Andorra prijkt al wel zo’n foto van de Brabantse Pijl.
Tao Geoghegan Hart: uit het nieuwe blik Britten
Er is in Groot-Brittannië nog leven na Chris Froome, Geraint Thomas en zelfs de tweeling Adam en Simon Yates. Hugh Carthy, onverwacht derde in de Vuelta, maar vooral Tao Geoghegan Hart behoren tot de ontdekkingen van dit coronaseizoen. Zelfs de koerskenner onder de koerskenners had voor de aanvang van de Giro niet durven voorspellen dat Jai Hindley en Tao Geoghegan Hart aan de laatste Giro-dag zouden beginnen binnen dezelfde seconde. Uiteindelijk werd het de sympathieke Brit waarvan ploegleider Knaven me vroeger zei dat hij de tactiek van de ploeg wel telkens oppikte, maar met zijn eigen willetje soms toch net het tegenoverstelde deed. Samen met Rohan Dennis voerde hij met succes een guerilla-oorlog tegen Sunweb. Maar volgend jaar staat Tao-met-de-onmogelijk-uitspreekbare-familienaam voor het jaar van de bevestiging.
Remco Evenepoel. — © Photo News
Remco Evenepoel: unfinished business
Amper 23 koersdagen duurde het tweede profseizoen van Remco Evenepoel. Maar in die super korte tijdspanne verzamelde de Vlaams-Brabander wel 9 zeges. Daarmee deelt hij de derde plaats in de internationale zegestand met Pogacar, achter Démare (14) en Roglic (12). We zullen het nooit weten wat er van zijn tweede seizoen was geworden indien hij niet in die ravijn dook tijdens de Ronde van Lombardije. We onthouden vooral die koninginnenrit in de Ronde van Polen waarin hij de verzamelde tegenstand naar huis reed om zijn eerste WorldTourronde te winnen. Zonde van die zware val, want het kon een mooie Giro zijn geworden.
João Almeida: hoogst eindigende neoprof
Geen Evenepoel in de Giro, maar zijn eerste luitenant João Almeida nam con brio zijn rol over in de Ronde van Italië. Insiders zagen deze neoprof van 22 jaar al aan het werk in de Ronde van Burgos, waar hij mee de weg plaveide voor de eindzege van Evenepoel. Almeida is met zijn vijftien dagen roze en zijn vierde plaats in de eindstand meteen de hoogst gequoteerde neoprof in de UCI-ranking. Op 3 november stond hij netjes zestiende. Dit product van Axel Merckx’ jongerenploeg Hagens Berman Axeon is het levende bewijs dat de rondeploeg rond Remco op het juiste spoor zit.
Filippo Ganna. — © Photo News
Filippo Ganna: de vliegende Italiaan
Dé nieuwe hardrijder van dit peloton is Filippo Ganna. De Italiaan is 24 jaar en op de baan ook al recordhouder in de individuele achtervolging over 4 kilometer. De ranke Italiaan van Ineos-Grenadier komt niet uit de lucht vallen. Jaar na jaar maakt hij progressie, al werd hij in de Ronde van San Juan in de chrono nog lekker weggefietst door Remco Evenepoel. Met vier ritzeges in de Giro en o.a. de wereldtitel in het tijdrijden in Imola maakte hij een megaseizoen.
Mathieu van der Poel: klasse drijft altijd boven
Het werd voor MVDP een seizoen met twee gezichten: na de lockdown liep het naar Van der Poeliaanse normen voor geen meter, maar dan besliste hij het WK te skippen en op hoogtestage te gaan naar Livigno. Ook al had hij op dat moment al de Nederlandse titel en een etappe in de Tirreno binnen, wat volgde was indrukwekkend: een fenomenale raid op de leiderstrui in de BinckBank Tour die iedereen naar het puntje van de stoel deed schuiven en daags nadien nog een zesde plaats in Luik-Bastenaken-Luik. Al was hét orgelpunt de millimeterspurt in de Ronde van Vlaanderen, waar na afloop het eerste moment Van Aert noch Van der Poel wisten wie er gewonnen had. Dit was het allermooiste moment van de klassiekers in een coronaseizoen dat qua promotie voor de sport om herhaling smeekt.
Julian Alaphilippe en Mathieu van der Poel. — © BELGA