Julian Assange, de oprichter van Wikileaks, zal geen ereburgerschap van de stad Leuven krijgen of een straatnaam naar hem vernoemd zien. Ook de naam ‘Klokkenluidersstraat’, als erkenning voor klokkenluiders, zal er deze legislatuur niet komen. De voorstellen werden gelanceerd door een groep burgers, die via een petitie meer dan duizend handtekeningen verzamelde, maar zijn maandagavond afgevoerd op de Leuvense gemeenteraad.

“Leuven krijgt vandaag de kans om een voortrekker te zijn op vlak van democratie en transparantie”, begon Fred Guldentops zijn betoog. Guldentops, initiatiefnemer van het Leuvens Assangecomité, kon zijn ideeën komen toelichten op de Leuvense gemeenteraad. De petitie van zijn comité verzamelde namelijk meer dan duizend handtekeningen, vanaf 750 handtekeningen mag het behandeld worden op de gemeenteraad.

Het Assangecomité wil ten eerste de klokkenluiders Julian Assange en Chelsea Manning een vorm van publieke erkenning geven, in de vorm van een ereburgerschap of een straatnaam. Een algemene straatnaam inrichten onder de naam ‘Klokkenluidersstraat’ is ook een voorstel. Daarnaast wil het comité dat er informatie verspreid wordt over de figuur van Assange in een officiële publicatie, en dat er een apart klokkenluidersstatuut komt voor al het personeel van de stad.

De Leuvense gemeenteraad heeft de ideeën van het comité maandagavond afgevoerd. Over de officiële publicatie en het invoeren van een klokkenluidersstatuut zei de raad dat ze niet bevoegd was. Over een ereburgerschap of straatnaam liet burgemeester Mohamed Ridouani (sp.a) zich eerder al ontvallen dat de link tussen Leuven en Assange vrijwel onbestaand is, en dat deze dus niet aan de orde zijn. De andere raadsleden van de meerderheid volgden hem in die redenering.

“Daarnaast bestaat er al een onafhankelijke instantie waar personeelsleden bij terecht kunnen, namelijk Audit Vlaanderen. De stad werkt bovendien met interne vertrouwenspersonen bij wie medewerkers hun zeg kunnen doen, indien ze dat wensen”, aldus Ridouani. “Maar principieel zijn we wel mee met de ideeën.”