Het Amerikaanse leger heeft zondag luchtaanvallen uitgevoerd op pro-Iraanse milities aan de Iraaks-Syrische grens. Daarbij zijn minstens zeven doden gevallen, aldus het Syrian Observatory for Human Rights (SOHR). Volgens het Pentagon zijn de bombardementen een vergelding voor droneaanvallen die de milities hebben uitgevoerd op personeel en faciliteiten van de Verenigde Staten in Irak.

De aanvallen waren volgens het ministerie van Defensie gericht op wapenopslagfaciliteiten en bases op twee plekken in Syrië en een locatie in Irak. “Zoals blijkt uit de aanvallen van vanavond is president Biden duidelijk geweest dat hij zal optreden om het Amerikaanse personeel te beschermen”, staat in een vrijgegeven verklaring.

“Ten minste zeven strijders van milities die door Iran worden gesteund zijn gedood en verschillende anderen raakten gewond bij een aanval door Amerikaanse gevechtsvliegtuigen”, aldus het SOHR in een verklaring.

De meeste gesneuvelde en gewonde strijders behoren volgens het SOHR tot de Iraakse Volksmobiliseringerings Strijdkrachten, ook bekend als Hashd al-Shaabi. Bronnen binnen die militie gewagen van minstens vier gedode strijders. Hashd am-Shaabi zei de “martelaren te zullen wreken.”

Het is de tweede keer sinds zijn aantreden, vijf maanden geleden, dat de Amerikaanse president opdracht geeft voor vergeldingsacties tegen door Iran gesteunde groepen. In februari liet hij beperkte aanvallen uitvoeren op een doelwit in Syrië als reactie op raketaanvallen in Irak.

Sinds begin dit jaar zijn er al tientallen aanvallen in Irak gemeld op Amerikaanse doelen. Het gaat vooral om bomaanslagen op konvooien. Het gebruik van drones wordt gezien als een relatief nieuwe tactiek.