Het toekomstige gevangeniscomplex in Haren vervangt de verouderde gevangenissen van Sint-Gillis, Vorst en Berkendael. Het is opgezet als een dorp met verscheidene verblijfsentiteiten en een centraal zogenaamd ‘stadhuis’ met gemeenschappelijke functies, zoals het onthaal- en bezoekcomplex, een sporthal, front office en strafuitvoeringsrechtbank. Daarnaast is er het inkomgebouw met raadzalen en een administratief gebouw op en buiten de perimetermuur.

Het hele complex heeft een capaciteit van zo’n 1.190 gedetineerden. Ze worden ondergebracht in kleinere leefeenheden van circa 30 personen, wat de leefbaarheid ten goede moet komen, zowel voor de gedetineerden als voor de personeelsleden. “Een gevangenisdorp, dat niet alleen een nieuwe kijk op detentie zal promoten, met nieuwe functies zoals die van veiligheidsassistent en dententiebegeleider, maar dat ook menselijker is en volledig gericht is op de responsabilisering en re-integratie van gedetineerden”, lichtte Van Quickenborne in een persmededeling toe.

Net als bij de gevangenissen van Marche-en-Famenne, Leuze-en-Hainaut en Beveren is ook in Haren gekozen voor een DBFM-procedure. Een private partner, in dit geval het consortium Cafasso, staat in voor het ontwerp, de bouw, de financiering en het onderhoud van het complex gedurende een periode van 25 jaar.

De werken zijn in het najaar van 2018 gestart en duren nog tot midden 2022. Eerstdaags wordt volgens de mededeling de test- en opleveringsfase aangevat. In maart 2022 zal het grootste deel van het project beschikbaar gesteld worden voor de organisatie van de FOD Justitie. Vanaf juni 2022 zal het volledige project beschikbaar zijn. Vanaf september 2022 zal de FOD Justitie dan beginnen met de inhuizing van de eerste gedetineerden.