Siebe Schrijvers, de spits die nu bij OHL verdedigende middenvelder is: “Ze noemden mij al Makélélé”

 ©  Marc Gysens

En de prijs voor metamorfose van het jaar gaat naar… Siebe Schrijvers (25). De voormalige spits van Club Brugge werd bij OHL een defensieve middenvelder. Gedaan met scoren en assists geven, maar geen probleem, zegt hij. “Ik geniet nu ook van een tackle.” Inzicht in zijn positionswitch.

David Van den Broeck

Aimé Anthuenis haalde Joris Van Hout naar Anderlecht en maakte van de spits een centrale verdediger. Thomas Meunier begon bij Club Brugge als linksbuiten en werd op aangeven van Georges Leekens rechtsback. Dankzij Marc Brys past Siebe Schrijvers nu in datzelfde rijtje. Schrijvers kennen we als lichtvoetige aanvaller, die zowel in als rond de spits kan spelen. Dat bewees hij bij RC Genk, Waasland-Beveren en Club Brugge. Maar bij OHL, waar hij begin dit jaar tekende, is alles anders. Sinds twee maanden mag/moet hij zich defensieve middenvelder noemen. Van een ommekeer gesproken.

“Het begon op Standard”, vertelt Schrijvers. “Ik was diepe spits, maar we stonden 2-0 achter en kwamen er niet aan te pas. Dan kwam die wissel. De trainer zette mij op de zes. Ik zag dat totaal niet aankomen, maar ineens begonnen we beter te spelen. De opbouw van achteruit verliep veel vlotter en we kwamen terug tot 2-2. Na afloop zei de trainer dat ik dat met veel flair had gedaan en gaf ik zelf aan dat die positie mij wel lag.”

Maar 66 kilo

Hij is er dan ook blijven staan. En het lijkt een succesverhaal. Hij stapelt de geslaagde intercepties op. “In de volgende match veroverde ik in de eerste minuut al een bal en dacht ik: Hmm, dit is best leuk. Ik speel er vooral graag omdat ik de bal veel kan raken, maar van die tackles geniet ik intussen ook. Nu, bij de U13 was ik al een zes – voordien zelfs centrale verdediger – en tackelde ik ook veel. Maar omdat ik toen een groeispurt kreeg en amper nog kon lopen, werd ik omgevormd tot aanvaller, wat ik altijd ben gebleven.”

Die ervaringen van vroeger helpen hem dus een beetje, maar toch. Schrijvers is allesbehalve een blokske beton, hij is eerder het frêle type. Om dan al die duels aan te gaan... Tegen Anderlecht stond hij plots tegenover Zirkzee. “Een beer van een vent, inderdaad. Ik was wel even onder de indruk. Maar dat schrikt mij zeker niet af. Hij zet goed zijn lichaam, maar als onze verdedigers in zijn rug zitten, kan ik aan de andere kant de bal afpakken.”

Schrijvers zit nu tegenstanders achterna in plaats van omgekeerd. ©  BELGA

“Oké, ik ben ongetwijfeld een van de lichtste defensieve middenvelders in eerste klasse, want ik weeg maar 66 kilo. Ik heb sowieso geen aanleg om van fitnessen veel breder of zwaarder te worden, en door een breuk in m’n hand kan ik geen gewichten heffen en ben ik drie kilo kwijt. Maar toch zijn die duels geen probleem. Schouder tegen schouder is het moeilijk, maar ik probeer de tegenstander vooral op snelheid en agressiviteit af te troeven. Zonder over de schreef te gaan. Mijn karakter is niet veranderd.”

Kiezen is natuurlijk verliezen. Schrijvers scoorde nog wel eens, maar er zijn matchen dat hij nul komma nul kansen krijgt. En als de spitsen tijdens de week apart werken, moet hij soms halverwege stoppen. “De ploegmaats hebben er al goed mee gelachen, zeker toen de trainer me na Standard het shirtje met het nummer zes gaf. En na een paar knappe crosspasses op training was het al van: “Hey, Luka!” – alsof ik Luka Modric was. Anderen noemden me Claude, naar Makélélé. Een Makélélé zal ik nooit worden, maar ik geef wel toe dat ik nadien een match van Real heb bekeken en Modric heb bestudeerd. Een beetje bijleren kan geen kwaad.” (glimlacht)

Tegen Vormer

We wilden de vraag ook wel eens omkeren. Of Schrijvers zijn switch niet als een belediging voor zijn offensieve kwaliteiten beschouwt. Tenslotte zat hij als aanvaller heel september op de bank. Daarvoor kwam hij niet naar OHL.

“Ach ja, ik kwam uit een moeilijke periode”, zegt hij. “Een week voor de competitiestart kreeg ik corona en ik had nadien nog last van mijn longen. Het was goed dat ik toen kon herbronnen. Dus neen, ik zie het niet als belediging. Zolang ik iemand naast me heb die puur op dat defensieve focust, zou ik er ook geen probleem mee hebben als ik op die positie blijf staan. Al ben ik er wel van overtuigd dat de beste Siebe hoger speelt. Mijn beste seizoen was onder Ivan Leko bij Club, toen ik in die 3-5-2 als een negen-en-een-half rond Wesley mocht zwerven en twaalf keer scoorde.”

 ©  Marc Gysens

Terwijl hij vanavond tégen Club dat soort spelers – Lang, De Ketelaere,… – moet afstoppen. “Maar ik hoop vooral dat Vormer speelt, want dan sta ik ook tegenover hém. Daar hebben we al wat berichtjes over gestuurd, dat we er dan vol zullen invliegen. (grijnst) Het loopt nu wat moeilijker voor Ruud, maar hij blijft een geweldige speler. Het heeft ook te maken met het feit dat Mats Rits zo gegroeid is.”

Tiens, ineens vragen we ons af of hij zélf niet in die rol had kunnen doorbreken in Brugge? “Moeilijk te zeggen. Maar als een andere grote ploeg mij ooit als middenvelder wil halen, wil ik die uitdaging gerust aangaan.”

Aangeboden door onze partners

Lees ook

Hoofdpunten