“De negen jaren van 2013 tot 2021 behoren tot de tien warmste jaren ooit”, schrijft NOAA, dat de omvang van de opwarming van de aarde benadrukt. En het tiende ontbrekende jaar is trouwens 2010, op de negende plaats.

De Europese aardobservatiedienst Copernicus had afgelopen maandag al gewezen op de tendens door de laatste zeven jaren als de warmste aan te duiden. Volgens Copernicus staat 2021 op een vijfde plek, volgens NOAA op een zesde. Kleine verschillen tussen de agentschappen zijn niet ongebruikelijk.

LEES OOK. Zomer 2021 was warmste ooit in Europa: “Extremen zullen alleen maar extremer worden” (+)

De gemiddelde temperatuur was vorig jaar 1,04°C warmer dan in het pre-industriële tijdperk (1880-1900). Het doel van de overeenkomst van Parijs is de opwarming “ruim onder” +2°C, en indien mogelijk +1,5°C, te houden ten opzichte van het pre-industriële tijdperk. Maar de uitstootverbintenissen die daar door de individuele landen werden aangegaan, wijzen naar een opwarmingstraject van 2,7°C, een niveau dat door de VN als “catastrofaal” wordt omschreven.

De gemiddelde temperatuur voor 2021 werd naar beneden getrokken door het La Nina-weerfenomeen, dat de neiging heeft de temperaturen af te koelen, aldus NOAA. Maar het agentschap wijst erop dat de gemiddelde oppervlaktetemperatuur op het noordelijk halfrond vorig jaar de op twee na hoogste was sinds 1880. De Europese en Amerikaanse agentschappen zijn het erover eens dat 2016 het warmste jaar blijft dat ooit is gemeten.

De huidige opwarming van de aarde, met een ongekende snelheid en omvang, is volgens zowat alle experts toe te schrijven aan menselijke activiteiten en met name aan fossiele brandstoffen (gas, olie, steenkool), die sedert de industriële revolutie op grote schaal zijn gebruikt.