Victoire (84) eerste vrouwelijke Belgische en Europese kampioen wielrennen: “Rik Van Steenbergen leerde mij fietsen op de velodroom”

Victoire in Bar Pedal met haar blauwe Europese kampioenentrui. ©  Joren De Weerdt

Victoire in actie met haar eerste BK-trui. ©  Archief Geert Clerbout

Mechelen/Zeebrugge/Knokke/Blankenberge -

Wielerkampioene Victoire Van Nuffel, straks 85, is dit weekend terug in haar geboortedorp Hombeek (Mechelen). De stoere dame was in de jaren vijftig de allereerste vrouwelijke Belgische- en Europese kampioene wielrennen op de weg. Ze won in haar carrière meer dan honderd koersen. Met wijlen acteur en Mechelaar Guido Horckmans en wielerlegende Rik Van Steenbergen, fietste ze ooit nog op de velodroom in Walem. Ze week na haar wielercarrière uit naar Zeebrugge, maar vrijdag en zaterdag keert ze, na meer dan vijftig jaar, nog eens terug naar haar roots. Een babbel met Victoire in haar geboortedorp over de koers en de escapades uit haar ver vervlogen wielercarrière.

Leo De Nijn

Bij de jongere generaties is Victoire niet meer bekend, maar bij het oudere publiek zijn er nog velen bij wie ze fris in het geheugen zit, ook ver buiten Hombeek. We spraken met Victoire af in Bar Pedal. Dat is de vroegere fietsenwinkel van René Verschueren, gewezen wielrenner en jarenlang mekanieker in de ploeg van Raymond Poulidor. Het interieur ademt hier wielrennen en er hangt ook een foto van Victoire aan de muur, naast vele andere grootheden uit het wielerpeloton.

Victoire kreeg de microbe van het fietsen letterlijk mee met de papfles want ze was de dochter van de Hombeekse fietsenhandelaar Rik Van Nuffel, die zelf ook heeft gekoerst. Het gezin had het in de oorlogsjaren niet breed. Victoire was veertien jaar toen ze in de Mechelse dekenfabriek Thierry moest gaan werken.

Op de piste van Rocourt (Luik), waar ze kampioen van België werd op de piste. ©  Archief Geert Clerbput

“In de fabriek botste het wel eens. Onrechtvaardigheid kon ik niet verdragen en als feministe ijverde ik voor gelijke rechten voor man en vrouw. Van mijn geaardheid heb ik nooit een geheim gemaakt, ook al was dat in die tijd niet zo simpel. Ik ben een lesbienne. So what?”

Van jongs af was ze gewoon om te fietsen, maar ze kreeg van de lokale wielerclub in Hombeek geen licentie om te mogen koersen. Ook de Belgische Wielerrijders Bond gaf haar geen wedstrijdvergunning omdat dameswielrennen toen niet mocht. “Ik kreeg in Parijs wel een internationale vergunning waarmee ik heel veel wedstrijden kon rijden. In 1958 won ik het eerste Europese Kampioenschap. Drie keer op rij – in ’56, ‘57 en ’58 – won ik het nog onofficiële Belgisch Kampioenschap. In 1959 mocht ik in Antwerpen de eerste erkende Belgisch driekleurtrui aantrekken. Een geweldig moment”, vertelt Victoire.

Ook op de wielerpiste kon jij je mannetje staan?

“Toen was er in Walem nog een velodroom. Daar heb ik op leren fietsen met de latere acteur Guido Horckmans, die iedereen misschien nog kent als de pastoor uit de VTM-soap Familie. Ook Rik Van Steenbergen kwam in Walem zijn spurtnummers oefenen. Van hem heb ik veel geleerd. In 1959 won ik het BK in de sprint op de piste. Een vrouwenzot? Ze hingen als vliegen aan z’n lijf. Na een wedstrijd in Frankrijk zou ik samen met hem naar huis rijden. Maar al de vrouwen wilden een handtekening. Negenennegentig keer had hij het karakter om ze af te wijzen, maar de 100ste keer was het prijs. Rik verdween en ik kon met de trein naar huis.”

Victoire, kampioen van België 1959, de eerste vrouwelijke BK-winnaar in ons land. ©  Archief Geert Clerbout

Het vrouwenwielrennen werd in jouw tijd niet ernstig genomen?

“Onze wedstrijden waren vooral criteriums rond de kerktoren. Wij waren de opwarmers voor de wedstrijden van de mannen die daarna volgden. Ja, we werden eigenlijk als een attractie beschouwd. Vrouwen op een koersfiets waren een curiosum.”

Je hebt een mooi palmares bij elkaar gefietst, maar toch geen wereldkampioen geworden?

“Dat knaagt een beetje. In 1958 op de WK in Reims werd ik vierde. Een jaar later in het Waalse Rotheux-Rumière haakte ik in de spurt naar de finish in de fiets van de Luxemburgse Elsy Jacobs en kwam ten val. Yvonne Reynders pakte daar haar eerste wereldtitel. Vijftig jaar later werd ik door Elsy opgebeld. Elsy was terminaal en op haar sterfbed heeft ze mij toen bekend dat ze mij bewust heeft doen vallen. Ik was te fier om door jou geklopt te worden, zei ze. Nog elk jaar ga ik het startschot geven van haar Grote Prijs die ze daar nog elk jaar ter ere van haar betwisten.”

Je hebt voor de ploeg van grote Franse wielerkampioenen gereden?

“Na het koersen in eigen land en bij de Flandriaploeg van Briek Schotte, ben ik in Parijs gaan wonen om er bij Leroux-Helyett te gaan rijden. Ik had daar ook een relatie met een Franse wielrenster, maar die is, onder druk van haar ouders, met een Fransman getrouwd. Ik heb in Frankrijk veel overwinningen behaald toen ik in de ploeg van Jacques Anquetil, vijfvoudig winnaar van de Ronde Van Frankrijk, en André Darrigade terechtkwam. Fantastische tijd. Die gasten konden fietsen.”

Victoire in de bloemen gezet bij het behalen van de onofficiële Belgische kampioenstitel in 1957. ©  Archief Geert Clerbout

Victoire (rechts) op de foto met Jacques Anquetil, vijfvoudig winnaar van de Ronde van Frankrijk. ©  Archief Geert Clerbout

Ben je ooit met drugs in contact geweest?

“Ze hebben het mij ooit wel willen aansmeren. Vrienden van Rik Van Steenbergen kwamen bij mij met ‘een middeltje’ dat ze in de oorlog aan de piloten gaven. Ik heb dat toch niet aangedurfd. In die tijd waren er geen controles en namen veel renners maxiton, een pilletje dat amfetamine bevat. Misschien had ik er mijn wielercarrière mee kunnen verlengen. Ik was te bang om het te nemen. Ooit viel Ritten De Wolf voor mijn voeten neer op de grond. Dat heeft mij van doping altijd afgehouden.”

In 1966 heb je de fiets aan de haak gehangen?

“Mijn blessures stapelden zich op en ik kreeg ook last van artrose. Dan wordt het moeilijk om de pedalen rond te krijgen. Eerst ben ik in Blankenberge nog gaan werken in een taverne, maar in 1969 ben ik in Zeebrugge een eigen café gaan uitbaten. Iedereen kende mij daar als ‘Vic van de Central’. Heb daar veel meer mee verdiend dan met koersen. Mijn klanten waren dokters, advocaten, vissers, rijke mensen van Knokke. In mijn café werd nooit gevochten. Gebeurde dat toch, dan loste ik dat op mijn manier op. Ik speelde zelf politie. Twintig jaar geleden ben ik gestopt met pinten tappen.”

En nu een bruisende oude dag tegemoet?

“Ik blijf aan ’t zeetje wonen. Soms voel ik mij wel eens eenzaam, dat moet ik toegeven. Dat gevoel had ik vroeger niet, want dan had ik altijd mensen in mijn buurt. Maar ik kan nog fietsen en dan rij ik naar Heist of Blankenberge. Toch moet ik oppassen sinds ik tijdens een fietstocht mijn schouderprothese heb gebroken.”

Morgen, zaterdag, staat er nog een bijeenkomst gepland met een dertigtal neven en nichten om nostalgische herinneringen op te halen. Zondag brengt achternichtje Linda Van Crombruggen uit Hombeek de eerste vrouwelijke Belgische wielerkampioene terug naar ’t zeetje. “Het is daar niet slecht om te leven. De lucht zit er vol zuurstof en de vis komt er recht uit de zee.”

Victoire met Hombekenaar René Verschueren, gewezen wielerkampioen en jarenlang mekanieker in de ploeg van Raymond Poulidor. Het was voor René ook een heel blij weerzien met de dorpsgenote die nu aan de zee woont. ©  Joren De Weerdt

Honderden foto’s van Victoire uit haar wielercarrière lagen op de tafels in Bar Padel te pronken. © Joren De Weerdt

De medaille die Victoire kreeg toen ze in 1958 Europees kampioen is geworden. © Joren De Weerdt

Aangeboden door onze partners