De DNA-databank werd op 1 juli 2018 opgericht met als doel om onbekende lichamen te identificeren of sporen van vermiste personen te vinden. Er bestaan drie soorten DNA-profielen, verduidelijkt Bieke Vanhooydonck van het NICC. “Ten eerste zijn er de niet-geïdentificeerde lichamen. Daarnaast worden ook sporen van vermiste personen, zoals tanden, aan de databank toegevoegd. Tot slot wordt het DNA van verwanten van vermiste personen bijgevoegd.” 

Tot nu heeft de databank in 21 gevallen kunnen bijdragen in de identificatie van een onbekend lichaam. Het gaat om vijf profielen van verwanten en dertien sporenprofielen van een vermiste.

De databank werkt bovendien samen met de Cel Vermiste Personen. “De databank is relatief klein, maar wel heel effectief, zo blijkt”, zegt Vanhooydonck. Zo zou de databank ook in dossiers met weinig aanwijzingen tot een doorbraak hebben geleid.

Operatie Kerkhof

Ondertussen is de Cel Vermiste Personen ook gestart met ‘Operatie Kerkhof’, waar lichamen die begraven werden onder “X” systematisch worden opgegraven om er een DNA-staal van te nemen, in de hoop deze alsnog te kunnen identificeren aan de hand van de DNA-databank. Het zou gaan om een 250-tal lichamen.