Eten en je soigneren als een Flandrien: onze experts leren je gezonder eten en beter trainen

 ©  Inge Kinnet

In onze reeks Iedereen Flandrien delen niet alleen toprenners Jolien D’hoore en Thibau Nys hun tips. We leren je ook trainen, sportief eten en je verzorgen. Daarvoor gaan we in zee met twee kleppers: sportarts Servaas Bingé was jarenlang actief als arts in professionele wielerteams. Bewegingswetenschapper Kristof De Kegel is de man die als geen ander perfecte trainingsschema’s kan maken voor toppers. Op zijn palmares: Wout van Aert en Mathieu Van der Poel. Vandaag stellen ze de 3 pijlers waarop de trainingsschema’s zullen steunen voor.

Guy Fransen

Voeding

De juiste voeding maakt je geschikter om te fietsen

Sportarts Servaas Bingé zal de Flandriens inzicht geven in wat je voor, tijdens en na de fietstochten moet eten. “Om dat lichaam geschikter te maken om te fietsen. Sportvoeding is een wetenschap geworden.’’

 ©  Inge Kinnet

“Voeding is de brandstof die ons lichaam doet functioneren”, zegt sportarts Servaas Bingé. “Je haalt meer nuttige energie uit juiste voeding, met groente en fruit, dan uit foute voeding, zoals hamburgers. De eerste energie komt uit de koolhydraten en de suikers. De tweede energie komt uit de vetten, die we aanspreken als ons lichaam niet genoeg suikers krijgt. Vooral buikvet, maar daar zit een voorraad die we bij het sporten pas op langere termijn aanboren. Onze eerste voorraad zit klaar in onze spieren, onder de vorm van kleine vetdruppeltjes.’’

“Een goed trainingsschema houdt zowel rekening met het verbranden van suikers als die van vetten. Ga je kort, intens trainen, dan zal je lichaam suikers opnemen. Ga je lang en trager fietsen, dan zal je lichaam vooral vet gebruiken. We moeten ons lichaam tijdens die trainingen leren switchen tussen suiker- en vetverbranding. Heel veel sporters eten veel suikers. Zijn die tijdens de training plotseling op, blijkt hun lichaam niet in staat om over te schakelen op vetverbranding. Vandaar dat we meer trainingen zullen plannen om die vetverbranding te stimuleren.’’

‘’Even belangrijk als die suikers en vetten zijn de eiwitten. Na een training zijn je spieren eigenlijk kapot. Eiwitten moeten ze herstellen en zijn meteen ook bouwstoffen om je spieren sterker te maken en te doen groeien. Eet je na het sporten niet voldoende eiwitten, dan zal je lichaam niet voldoende herstellen.’’

“Kun je echt fout eten? Zeker en vast. Je kunt in een dieselwagen ook huisbrandolie doen. Dat mag niet, en op termijn zal de motor van je wagen sneller slijten. Als je alle dagen hamburgers eet, zullen je lichaam en sport er ook onder lijden. Idem met frieten, die zitten wel vol met koolhydraten en vetten, maar toch zijn ze niet goed voor sporters. Let op, bij koolhydraten denken we vooral aan pasta, brood, rijst, maar er zijn ook heel wat plantaardige koolhydraten, peulvruchten op kop.’’

 

Verzorging

De beste verzorging komt van binnenuit

Je lichaam weet beter dan welke dokter ook hoe het zich voelt, meent Servaas Bingé. “De patiënt heeft altijd gelijk. Pijn is een zeer belangrijke signaalgever. Welk trainingsschema ook, als je lichaam fysiek en mentaal geen zin voelt, luister dan naar dat lichaam.’’

“Lichaamsverzorging is veel meer dan je juist kleden op de fiets, juist op je zadel zitten, je rug soigneren tijdens het fietsen, juiste lenigheidsoefeningen doen, of de juiste zalfjes smeren. Weet dat de beste lichaamsverzorging van binnenuit komt. Als ik elke dag hamburgers eet, zal mijn lichaam niet juist gevoed worden. Het grootste contact met de buitenwereld is niet onze huid, maar wel onze darmen. Hoe meer we ons lichaam vergiftigen met foute voeding, hoe meer we het blootstellen aan stoffen die we niet nodig hebben. Ja, we gaan tips geven voor spieren, gewrichten, pezen. Maar vergeet vooral niet ook te werken van binnen naar buiten, via die voeding.’’

 

Training

De winst van de training zit in de staart

De meeste fietsers maken wel een doel, maar hebben ook een structuur nodig om dat doel te bereiken, zegt inspanningswetenschapper Kristof De Kegel. “Door te trainen voel je je lichaam gaandeweg veranderen.”

 ©  Inge Kinnet

“Een basisschema brengt geruststelling”, vindt Kristof De Kegel. “Met een schema kun je bovendien je prestatie maximaliseren en vermijd je overtraining of te weinig training. De meeste recreanten zetten hun doel te hoog en dat is meteen hun grootste vijand. Ze bezondigen zich eerder aan te veel dan aan te weinig training en willen zich te veel spiegelen aan hun wieleridolen. Ze vergeten wel dat die profrenner volledig voor zijn beroep leeft, terwijl zij als recreant ook nog een andere job hebben.’’

”Het trainingsschema vertrekt vanuit je fietshistoriek. Ben je beginner of iemand die al jaren traint? Vraag je af hoeveel tijd je hebt om te trainen. Op basis daarvan stap je in een schema. En stel een realistisch doel. Laat je niet opjutten door caféafspraken met fietsvrienden. Ga gewoon eens rustig voor de spiegel staan en check bij jezelf wat haalbaar is.’’

“Een trainingsschema bouwt je lichaam op naar een bepaald doel”, vult Bingé aan. “Je kunt met zo’n schema perfect elementen nabootsen uit dat doel, bijvoorbeeld bonkige kasseien, nijdige Vlaamse hellingen. Je kunt werken op frequentie, intensiteit, duur en soort training. De trainingen simuleren je uiteindelijke doel.’’

Heb je bepaald welk type recreant je bent, weet je hoeveel tijd je hebt om te trainen en ken je je doel? Dan wordt het schema een perfecte balans tussen inspanning en ontspanning, menen Bingé en De Kegel. “Want dat is de belangrijkste wet van de trainingsleer: je wordt niet beter van de training zelf, wel van het herstel en de rust nadien. In dat herstellen gaat het lichaam altijd naar een iets beter niveau. Dat is de basis en de winst van trainen.”

Nog dit: durf je schema al eens los te laten. “Als je een training moet missen, probeer dan niet alles meteen in te halen. De trainingsschema’s zorgen voor voldoende herhaling, waardoor je gemiste kansen nadien weer kunt ophalen in de volgende week als een nieuw weekschema wordt gepubliceerd.’’

LEES OOK:Word wielrenner in 10 weken: Jolien D’hoore en Thibau Nys kneden je tot een echte Flandrien

 

Meten is weten

De trainingsschema’s worden op 26 februari gelanceerd. Elke week krijgen deelnemers (gratis!) een nieuw schema in hun mailbox. Op weekbasis weet je hoeveel uren, hoeveel trainingen en hoe intens of hoe ontspannen je zult trainen. En daarbij is meten weten. De hartslag is een belangrijke parameter om te zien hoe je lichaam reageert op de trainingen. Alleen je snelheid zegt niet voldoende, omdat ook weersomstandigheden die beïnvloeden.

Zonder meter

Wie geen meetapparatuur heeft, kan meedoen zonder. Wordt over je maximale hartslag gesproken, neem dan het cijfer 220 – je leeftijd. Dertig jaar is bijvoorbeeld 220-30 = 190. Wordt gesproken over rustig of gematigd rijden, dan is de belangrijkste vraag: kan ik nog praten tijdens het fietsen, zonder hijgen? Dan zit je tempo goed.

Met hartslagmeter

Kies voor een meter met borstband. De hartslag aan de pols is niet zo accuraat. De hartslagmeter is naast controle van je lichaam ook een veiligheidsinstrument. Het kan je alarmeren of aanzetten om eens langs een cardioloog te gaan. In diverse prijscategorieën te koop.

Met powermeter

Meer voor gevorderden, want een powermeter is duurder, reken op een paar honderden euro’s. Zegt haarfijn wat je precies op je fiets aan het doen bent. Op een hartslagmeter zit een vertraging van dertig seconden tot een minuut, op een powermeter niet. Stilstaan is 0 watt, fietsen is X watt. Vraag raad aan je fietshandelaar.

LEES OOK:Er zit een echte Flandrien in jou! Doe mee aan ons exclusief opleidingsprogramma met experten Jolien D’hoore en Thibau Nys

Aangeboden door onze partners