DE OERFLANDRIEN. Cyriel Van Hauwaert (1883-1974) won Milaan-Sanremo nadat hij een wapen weggooide van iemand die hem bedreigde

Cyriel Van Hauwaert (rechts) de eerste Flandrien, met Eddy Merckx bij de start van een na-Tourcriterium. ©  GvA-archief.

Met #IedereenFlandrien nodigt Het Nieuwsblad alle wielerrecreanten uit om Flandrien te worden, dankzij lessen en trainingschema’s. In het wielrennen heeft een aantal renners die titel dubbel en dik verdiend, dankzij hun prestaties, inspanningen, toewijding. Deze week: Cyriel Van Hauwaert, de eerste der flandriens.

Dries De Zaeytijd

Waarom hij een Flandrien is. West-Vlaming Cyriel Van Hauwaert (1883-1974) mag zonder meer de eerste der flandriens worden genoemd. Van Hauwaert is een eenvoudige landbouwersknecht uit Moorslede die al op jonge leeftijd met zijn vader naar Noord-Frankrijk trekt om er te werken in de bietensector. Dankzij hard labeur en jarenlang sparen kan hij zich een eigen koersfiets – in die dagen nog een luxeproduct – aanschaffen. Van dan af gaat het snel. Nadat hij erboven uitsteekt in de zogenaamde ‘stratekoersen’ in eigen streek, gaat het hem ook internationaal voor de wind. Hij presteert het als eerste Belg ooit om gerenommeerde wedstrijden als Bordeaux-Parijs en Parijs-Roubaix te winnen. Als hij er ook nog eens in slaagt om als eerste Belg een etappe in de Ronde van Frankrijk te winnen, is het hek helemaal van de dam. Zijn successen vinden grote weerklank in Vlaanderen, zowel bij pers als supporters. De roem en het geldgewin van Cyriel inspireren menig jongeling bovendien om zelf werk te maken van een carrière als renner. Van Hauwaert groeit uit tot een heuse inspiratiebron.

Hoe trainde Cyriel? Trainen doet de jonge Cyriel in eerste instantie na de werkuren. In dienst van een welstellende ondernemer uit de buurt, kan hij ook wel eens boodschappen per fiets afleveren in de provincie. Op de zolder van zijn werkgever installeert Van Hauwaert in de winter een eigenhandig gemaakte hometrainer om ook bij gure omstandigheden te kunnen trainen. Zodra de winter achter de rug is, hanteert hij een vast stramien om in conditie te komen: een kleine week dagelijks 25 kilometer fietsen met een gemiddelde van rond de 20 km/uur, vervolgens een week 40 à 50 kilometer met 26 gemiddeld om dan verder op te bouwen in zowel afstand als gemiddelde snelheid. Op het einde van zijn voorbereidingstijd staat er dagelijks 100 kilometer op het programma met een tempo van 35 kilometer per uur.

Lees ook.Een flandrien zit niet meer in een kooi, eet geen rauw vlees, maar fietst wel in de regen

Hoe bereidde Cyriel zijn wedstrijden voor? Cyriel was van geen kleintje vervaard. Zo fietst hij ter voorbereiding van de Ronde van Frankrijk 1907 met enkele collega’s van Parijs naar Zwitserland. Naast trainen trekken de heren onderweg de nodige tijd uit om aan sightseeing te doen. Ook in aanloop naar Milaan-Sanremo 1908 hanteert de boerenzoon eenzelfde strategie. Samen met enkele ploegmaats fietst hij in enkele etappes van Parijs naar Milaan. In tegenstelling tot een jaar eerder, werpt die aanpak nu wel vruchten af. In bijzonder slechte weersomstandigheden moeten de renners 289 kilometer overbruggen. Niets of niemand kan Van Hauwaert afstoppen die dag. Als hij aan een moedwillig gesloten overweg te kampen krijgt met een woeste – en gewapende – Italiaanse wielerfan, twijfelt hij geen seconde: “In éénen wrong had ik zijn wapen vast en smeet het zoover het kon vliegen. Den bareelwachter zag dat hij te doen had met eene kat die niet zonder handschoenen te vatten was, en hij trok deerlijk overwonnen weg”, aldus Van Hauwaert in zijn biografie Mijne loopbaan. Als eerste Belg ooit wint hij – met ruim een kwartier voorsprong – La Primavera.

Wat is de meest heroïsche prestatie van Cyriel? In het rijtje heroïsche prestaties springt Parijs-Roubaix 1907 misschien nog wel het meest in het oog. In een tijd waarin toprenners gebruikmaken van verschillende ploegmaats die hun kopman in koers gangmaken (uit de wind zetten en tempo maken) en voorzien van eten en drinken, moet Cyriel het stellen met één makker die hem onderweg – en niet vanaf de start – zal opwachten. En in tegenstelling tot zijn concurrenten moet de West-Vlaming het ook stellen met één fiets: “Al wat ik bezat was een eenig rijwiel, wat gespaard geld en eenen grooten hoop goeden moed”, valt te lezen in Mijne loopbaan. Mechanische pech betekende dus zo goed als einde koers. Met enkel twee hardgekookte eitjes en een fles limonade als bevoorrading begint Van Hauwaert aan de 270 kilometer lange tocht. Na een heroïsche race – door een valpartij verliest hij ook nog eens tijd – weet Van Hauwaert al zijn gegangmaakte concurrenten achter zich te laten. Enkel de Fransman Georges Passerieu kan nog net uit de klauwen van de West-Vlaming blijven. Winnen doet hij niet, maar Van Hauwaert vestigt definitief zijn naam in binnen- en buitenland.

Lees ook.DE OERFLANDRIEN. Tom Boonen (41), zag zijn kopman in de gracht slieren en stond zélf op het podium van Parijs-Roubaix

Had de Flandrien ook een bijnaam? In Frankrijk wordt Cyriel ‘le terrible belge’ genoemd. In de Vlaamse pers krijgt hij al snel de bijnaam ‘de Leeuw van Vlaanderen’. Volgens Karel Van Wijnendaele – jarenlang boegbeeld van Sportwereld – zou het talrijk in Roubaix opgekomen Vlaamse publiek Van Hauwaert op de piste van Roubaix in 1907 hebben onthaald op de tonen van de Vlaamse Leeuw. Zijn successen en bijnaam leiden in 1908 trouwens ook tot de eerste editie van Koolskamp Koers oftewel het Kampioenschap van Vlaanderen. Of hoe één renner een land in vervoering kan brengen.

PALMARES: Bordeaux-Parijs (1907,1909); Milaan-Sanremo (1908), Parijs-Roubaix (1908); Zesdaagse van Brussel (1914, 1915); 5de plaats eindklassement Ronde van Frankrijk 1909; ….

Met dank aan Koers, Museum van de Wielersport (Roeselare).

www.koers.be

Aangeboden door onze partners