In juli 1917 was de Eerste Wereldoorlog nog in volle gang, had nog nooit iemand de Atlantische Oceaan overgevlogen en stopte er nog een trein aan de Zuid. Albert Libert zag het levenslicht, als vijfde van zes kinderen van kleermaker Prosper.

Later volgde Albert het voorbeeld van zijn vader, en specialiseerde de Gentenaar zich in kledij voor priesters. Toen zij steeds vaker gewone kostuums mochten dragen, werd Albert een specialist in toga’s. Zijn zaak aan de Sint-Jansvest was lange tijd een begrip voor rechters, advocaten en professoren. Na zijn uren was hij een verwoed duivenmelker, en een doe-het-zelver. (lees verder onder de foto)

Woelige nacht

Met zijn vrouw Christine (die in 1998 overleed) kreeg Albert drie kinderen, zeven kleinkinderen en maar liefst 14 achterkleinkinderen. Het was dan ook gezellig druk in Woonzorgcentrum Tempelhof, waar de 105-jarige maandag in de bloemetjes werd gezet door onder meer schepen van Burgerzaken Isabelle Heyndrickx (CD&V). Het was de apotheose van een heuse tweedaagse, want eerder waren er ook feesten voor de familie en de andere bewoners van Tempelhof.

“Albert is echt een bijzondere man”, zegt ergotherapeut Cristine Crommen. “Zeer belezen ook, en nog altijd helder. Op zijn 94ste nam hij nog in zijn eentje de trein naar Zuid-Frankrijk. Vandaag wil hij nog steeds zo veel mogelijk alles zelf doen. Nu heeft hij wel een woelige nacht achter de rug. Hij bleef wakker tot hij op zijn wekker zag dat het middernacht was. Pas toen het officieel zijn verjaardag was, kon hij rustig slapen.”

Meisjes graag zien

Van vermoeidheid was nochtans niet veel te merken. Albert vertelde de schepen honderduit over zijn leven en zijn tijd als soldaat tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij had zelfs foto’s meegebracht om de verhalen aanschouwelijk te maken. Het geheim om zo oud te worden? “Niet te veel eten", zegt de kranige 105-jarige. “Tijdens de oorlog heb ik nog van Antwerpen naar Gent gewandeld, op niet veel meer dan water en wat brood. Dat ging perfect. En de meisjes graag zien, dat heb ik ook altijd gedaan. (lacht)”

De oudste Gentenaar is Albert niet: een 107-jarige dame gaat hem nog voor. In totaal telt Gent 65 eeuwelingen, onder wie slechts twaalf mannen.