BEKIJK. Wout van Aert ontsnapt aan Tourdrama: valpartij na rotonde gevolgd door bijna-aanrijding met volgwagen DSM

“In het begin vond ik niet oké om voorin mee te draaien”, stelde Van Aert. “Ik vond de wegen veel te gevaarlijk. Er was sowieso al veel stress in het peloton en dan gingen ze ook elk dorpje opzoeken, met veel versmallingen en dingen op de weg. Dat vond ik echt niet nodig. Ik ben dan ook bewust een tijd vanachter blijven rijden, maar toen het tijd was om op te schuiven viel ik. Het was wel grotendeels mijn eigen schuld, want ik remde te laat. Daarna voelde ik me niet meer op mijn gemak en wilde ik zo veel mogelijk een nieuwe valpartij vermijden. Ik worstelde de hele dag met mezelf. En die bijna-aanrijding, dat was de schrik van mijn leven. Als ik daar was over gegaan, had ik hier niet gestaan.”

En daardoor stelde Van Aert zijn ploegmakkers naar eigen zeggen teleur. “Ik heb ze wat in de steek gelaten”, klinkt het. “Ik had mezelf pijn gedaan en verloor een beetje zelfvertrouwen om voorin te vechten voor een goeie positie. Ik moest eigenlijk constant achtervolgen. De schade valt fysiek wel mee, dus het was eerder iets mentaals. Op den duur weet je echter dat er achteraan meer kans is op valpartijen en scheuren. Het is uiteindelijk geen dag geworden waarop we gehoopt hadden. Dan moet je de knop kunnen omzetten en de dag overwinnen. Jonas staat nog goed voorin het klassement en liep niet te veel schade op. We gaan blijven vechten.”

Dat hij morgen in eigen land nog steeds in het geel staat, dat was een verrassing.

“Dat was een grote verrassing toen ik dat hoorde na de finish”, lacht Van Aert. “Ik had er het laatste uur eigenlijk al afscheid van genomen, dus ik was er niet meer mee bezig. Ik had ook niet echt krachtige benen op het einde, maar ik heb Jonas nog wel kunnen helpen in een chaotische finale. Het is leuk om nog een dag in het geel te mogen rijden en starten in België.”