“Na het BK reed ik nog een aantal kermiskoersen en ook een 1.2-wedstrijd in Frankrijk. De geplande hoogtestage met mijn ploegmakker Arne Marit in Tignes is niet kunnen doorgaan omdat Arne bleef sukkelen met zijn knie. En alleen zag ik het niet zitten om op hoogte te gaan trainen. Ik heb dus in overleg met mijn trainer mijn eigen ding kunnen doen in het vooruitzicht van de Artic Race in Noorwegen, die ik normaal gezien zou rijden. Ik had mijn zinnen echt wel gezet op die Noorse rittenkoers. Ik had het roadbook al goed bekeken en zag er zeker wel brood in”, vertelt Apers.

Invaller

Maar zondag kreeg de Vrasenaar dan het bericht dat hij alsnog naar Tsjechië moet. “We hebben in het team enkele gekwetsten en ook onze pistiers zitten op stage. Daardoor moest de ploegleiding puzzelen in de programma’s. Ik reed vorig jaar al in Tsjechië, maar ik hoorde nu dat het parcours is aangepast en dat er slechts één min of meer vlakke rit in zit naast drie echte zware bergetappes. Mijn voorbereiding was dus allesbehalve ideaal om dit soort koersen aan te vatten. Maar ik zal er zeker het beste van maken, ook al zal het dan eerder in dienst zijn van andere renners in het team.”

Na Tsjechië is de Egmont Classic in Zottegem de eerstvolgende wedstrijd in de agenda van Apers. “Maar ik ga er van uit dat ook dat programma nog kan wijzigen gezien de beperkte kern die we hebben. De ploegleiding weet dat ze altijd op mij kunnen rekenen, ook in wedstrijden die misschien niet op mijn lijf geschreven zijn”, besluit Apers.  (ive)