Donderdag bijten de ploegenachtervolgers Thibaut Bernard, Brent Van Mulders, Arthur Senrame en Maxwell De Broeder de spits af. “Dit is een project naar de toekomst toe. Tuur Dens, Gianluca Pollefliet en Noah Vandenbranden zijn er niet bij, maar toch is dit belangrijk voor de renners die er wel zijn. Zo leren ze de zeer belangrijke opwarmingsprotocollen kennen. Dat we in Aigle op een tweehonderdmeterbaan trainden, zal een voordeel zijn. In München hebben ze in de Hall, waar vroeger de zesdaagse werd gereden, een piste opgebouwd van tweehonderd meter. Dat betekent dat techniek er zeer belangrijk zal zijn en precies daarin hebben wij een voordeel. Kunnen we in de ploegenachtervolging een stek bij de eerste acht veroveren, dan is de missie wat dat betreft al geslaagd”, zegt De Ketele met veel overtuiging.

Vertrouwen doortrekken

“Wat we verder van dit EK mogen verwachten, is een moeilijke vraag. Er zijn opties op medaillegewin, maar we mogen er na Anadia niet van uitgaan dat dit vanzelfsprekend is. In de ploegkoers hebben we altijd kansen. De afstand blijft dezelfde, vijftig kilometer, maar het aantal ronden is nu 250 en dat betekent dat er ook vijf sprinten meer zijn en die sprinten elkaar sneller opvolgen. In de pelotononderdelen zullen we met Lotte Kopecky, Jules Hesters, Fabio Van Den Bossche, Katrijn De Clercq, Marith Vanhove en Robbe Ghys zeker een rol van betekenis spelen. Dat verschillende van onze renners een druk wegprogramma afwerkten, betekent wel dat vooral Lotte en Fabio niet zoveel echte pistetrainingen hebben afgewerkt. De rest van de selectie, met een zeer gretige Nicky Degrendele, trainde vorige week in Aigle. Dit is een belangrijke tussenstap vooraleer we naar het WK gaan in Parijs. Het na Anadia opgebouwde vertrouwen moeten we proberen door te trekken op het allerhoogste niveau. De trainingsaanpak, het tactische inzicht en de vlijmscherpe analyses van head coach Tim Carswell helpen daarbij.”