Nieuw bewijs bevestigt eindelijk wie de schat van Toetanchamon gestolen heeft

 ©  REUTERS

Honderd jaar lang waren er geruchten dat de Britse archeoloog Howard Carter verschillende stukken stal uit de schat van Toetanchamon nog voor de tombe officieel geopend werd. Door een brief die nu openbaar gemaakt werd, is er ook eindelijk bewijs voor die beweringen. Dat schrijft The Guardian.

Carter ontdekte de tombe van Toetanchamon in 1922 en werd sindsdien door de Egyptenaren ervan verdacht delen van de schat van de farao te hebben gestolen voordat de tombe officieel geopend werd. Bewijs was er de afgelopen honderd jaar niet voor die beweringen.

Een nooit eerder gepubliceerde brief brengt daar nu verandering in. De brief werd in 1934 geschreven door Alan Gardiner, een filoloog die door Carter aangesteld werd om hiërogliefen te vertalen. Daarvoor kreeg hij van de archeoloog een amulet cadeau, die hem verzekerde dat het niet uit de tombe van Toetanchamon kwam.

Maar Gardiner vertrouwde de zaak niet helemaal en legde het amulet voor aan Rex Engelbach, de toenmalige Britse directeur van het Egyptische museum in Caïro. Die verzekerde de filoloog ervan dat het amulet vast en zeker uit de tombe kwam. Het kwam duidelijk uit dezelfde mal als andere voorbeelden.

Gardiner stuurde daarop een brief naar Carter waarin hij het verdict van Engelbach neerschreef en vermeldde dat het amulet ongetwijfeld uit de tombe van Toetanchamon gestolen werd. “Ik betreur ten zeerste dat ik in zo’n lastige positie geplaatst ben.”

De brieven zaten in een privécollectie, maar worden binnenkort gepubliceerd in het nieuwe boek Toetanchamon en de tombe die de wereld veranderde van Oxford University Press.

 ©  World History Archive

 (sgg)

Aangeboden door onze partners

Lees ook

Hoofdpunten