Zoogdieren krijgen grotere en betere verblijven in dierentuinen

 ©  mto

Vlaams minister van Dierenwelzijn Ben Weyts (N-VA) voert nieuwe minimumnormen in die het welzijn in dierentuinen moeten verbeteren. Zoogdieren krijgen er vanaf ten laatste 2029 betere en grotere verblijven.

Tommy Huyghebaert

Sinds 1999 bleven die minimumnormen voor zoogdieren ongewijzigd. Door ze nu te veranderen wordt tegemoetgekomen aan de verwachtingen van het publiek, die intussen veel hoger liggen wat dierenwelzijn betreft. Bovendien is de wetenschappelijke kennis over het houden van dieren sterk geëvolueerd. Onder meer de beren, katachtigen, buideldieren, hoefdieren, knaagdieren en de kleine carnivoren hebben recht op betere en grotere verblijven. Zo zal een tijger minstens 550 m² buitenverblijf moeten krijgen, tegenover slechts minimaal 100 m² nu. Een witte neushoorn heeft minstens 2.000 m² nodig hebben, terwijl tot nu maar de helft verplicht is. Het buitenverblijf van een ijsbeer moet in de toekomst minstens 1.100 m² groot zijn, tegenover slechts minimaal 400 m² vandaag.

Niet alleen de oppervlakte vergroot, ook andere eisen worden gesteld om het welzijn te verbeteren. “Zo moeten de berensoorten in dierentuinen beschikken over een uitgebreide klimstructuur. De katachtigen moeten dan weer de mogelijkheid hebben om vanaf een verhoging in de verte te kijken en ze moeten ook elk een apart slaaphok hebben. Voor heel wat buideldieren worden er dan weer veerkrachtige of manipuleerbare bodems opgelegd”, klinkt het op het kabinet Weyts. Voor de nieuwe normen werd rekening gehouden met de laatste wetenschappelijke inzichten, met de fysieke eigenschappen van de dieren en met hun leefwijze.

Aangeboden door onze partners