Bij Bora-Hansgrohe was het na de Ronde van Polen onderwerp van discussie: hoeveel steun krijgt Sam Bennett in de Vuelta? De Ierse sprinter kwam in Polen nooit in de buurt van een overwinning, zoals hij al het hele seizoen naar zijn beste vorm zoekt. “In Polen hebben we daarom wel even nagedacht over Sam en de Vuelta”, zegt Bora-manager Ralph Denk. “Maar uiteindelijk hebben we besloten om hem toch te omringen. Vandaag betaalt hij dat vertrouwen meteen terug.”

Bennett kreeg toch zijn sprinttrein met Ryan Mullen, Jonas Koch én Danny Van Poppel mee. Vooral die laatste maakte gisteren het verschil. “Danny zette me met zoveel snelheid af”, aldus Bennett. “Eigenlijk kan je niet spreken over ‘afzetten’, het was eerder lanceren.”

Van Poppel is al het hele jaar op de afspraak als sprintloods. Zo goed dat hij soms sneller leek dan zijn sprinter. Een indruk die versterkt werd op het voorbije EK: als lead out voor Fabio Jakobsen eindigde Van Poppel daar vierde. Bennett mocht voor zichzelf sprinten, maar werd pas vijfde.

Ook vandaag was het voor Bennett overleven in het wiel van Van Poppel: “De jongens deden een geweldige job”, zo gaf hij aan. “Voor mij was het in de aanloop naar de sprint eerder hopen dat ik het wiel kon houden dan nadenken over hoe ik de renners voor mij nog zou gaan inhalen.”

Wat opviel aan de bus van Bora: iedereen gunde het Bennett heel hard. “Ik ken niemand in het wielrennen die zo hard werkt als Sam”, zo gaf Ryan Mullen aan. Ook manager Denk prees zijn werkethiek: “Sam is altijd blijven werken. Ook toen hij niet mee mocht naar de Tour. Hij is dit seizoen nooit lui geweest.”

“Problemen met Lefevere waren niet makkelijk voor Sam”

Waarom hij dan toch zo’n moeilijk jaar heeft? “Omdat hij voor dit seizoen een half jaar lang geen koers heeft gereden”, aldus Denk. “De problemen met Patrick Lefevere (die hem hard aanpakte in zijn columns, red.) waren niet makkelijk voor Sam. Komt bij dat hij twee jaar geen grote ronde heeft gereden. Zeker voor een renner die ouder is dan dertig kruipt dat in de kleren.”

Bennett houdt met zijn sprintzege een mooie statistiek in stand: sinds 2018 heeft hij minstens één rit gewonnen in elke grote ronde waar hij aan de start kwam. Op de persconferentie kreeg hij de vraag of hij nu definitief terug is, maar daar wilde hij niet helemaal in mee gaan: “laat ons zeggen dat ik op de weg terug ben. Ik moet nu echt nog de standvastigheid terug vinden.”

Alvast het vertrouwen – vaak een pijnpunt bij Bennett – lijkt wel helemaal terug. Hij geeft nadrukkelijk aan dat de puntentrui een groot doel wordt. “Voor de Vuelta deden de ploegleiders de toer van de kamers”, zo vertelt hij. “Ze vroegen: ‘wat wil je de komende drie weken doen?” Daar heb ik al verteld dat ik graag voor de puntentrui wilde gaan, wat ze enigszins verrassend vonden. Maar ze vonden het oké. Zolang je geen rit hebt gewonnen is het gevaarlijk om voor de trui te gaan. Geen rit winnen en ook nog tekortschieten voor de puntentrui is altijd een soort disaster, maar nu we een rit binnen hebben, is het helemaal een doel.”