Remco Evenepoel blijft rustig: “Mas verkocht twee stevige prikken, maar zonder dat ik het wou zat ik op kop en vertraagde hij”

 ©  AFP

Remco Evenepoel finishte wel net voor Enric Mas uit aan het hoog gelegen slotklooster in Extremadura, maar de leider gaf toe dat de Spanjaard het hem niet gemakkelijk had gemaakt in de 17e etappe van de Vuelta. “Het was niet zo gemakkelijk om zijn aanvallen te beantwoorden. Het was ook helemaal géén gemakkelijke dag.”

Hugo Coorevits

“De eerste was echt een zware aanval, want we waren onmiddellijk samen weg. Ik was verrast dat we ineens voorop zaten. Hij ging echt snel weg hoor. Dat betekent dat hij nog de benen heeft. Het waren uiteindelijk toch twee serieuze prikken die hij uitdeelde. Ik blijf het herhalen: deze Vuelta is nog lang niet gedaan. Hij heeft een grote motor. Enric is een ex-ploegmaat, ik ken hem wel. Hij is ook heel licht. Dit zijn niet zijn geliefkoosde klimpercentages die eraan komen, maar het is duidelijk dat hij goed klimt. Hij kan ook als geen ander afzien in het wiel. Hij heeft nog een goede versnelling in de benen. Maar we kennen hem heel goed, dus weten we hoe hij gaat koersen”, vertelde Evenepoel met respect voor rechtstreekse tegenstander maar daarmee zei hij tegelijk dat Mas geen geheimen voor hem heeft. Hij gaf zijn directe concurrent ook meteen een hand. “We komen heel goed overeen. Ik heb ook veel van hem proberen te leren. In mijn eerste profjaar heb ik ook wat werk voor hem gedaan. We reden in mijn eerste jaar samen San Sebastián. We komen ook heel goed overeen. Ik heb met hem ook nog nooit een discussie gehad. Ook niet in de wedstrijd. Wat er ook gebeurd, na de finish gaan we elkaar nooit boos bekijken, maar elkaar respecteren”, sprak Evenepoel over zijn zwaarste obstakel op weg naar zijn allereerste eindzege in een grote ronde.

“Ik denk dat Enric wou checken hoe het vandaag met mijn benen was gesteld, maar ik had een antwoord in huis. Daarna vertraagde hij zodat ik op kop kwam, al had ik mezelf beloofd dat ik dat niet ging doen. Dat was niet echt de bedoeling. Bij zijn tweede aanval kon ik ook echt goed antwoorden. Als je op zo’n aankomst twee à drie keer prikt, weet je ook dat het over is omdat de benen dan vol lactaat zitten.En dan kwam Almeida achter ons aan. Ik wist dat hij wat verder in de stand stond, dus kon ik hem wat ruimte geven. Het was een moedige zet van Almeida. Ik gokte nog een beetje op mijn laatste 300 à 200 meter, maar op 500 meter van de streep zette Ayuso aan. Uiteindelijk reden we met twee een klein beetje weg van de rest. Twee seconden is verwaarloosbaar, maar mannen als Lopez verloren dan weer negen seconden. Dat is al iets meer. Ik denk dat Mas en ik vandaag heel erg aan elkaar gewaagd waren”, vatte hij de strijd naar het klooster in Extremadura samen.

“Het was uiteindelijk geen gemakkelijke finale hoor. Ik geloof niets meer van die profielen die de organisator op papier geeft. Bij een aankomst bergop mag je altijd aanvallen verwachten. Wie het ook is, dat maakt niet uit. Het zag er waarschijnlijk op tv gemakkelijker uit dan het in werkelijkheid was. Het was heel nerveus. Zoals altijd. De laatste vijf kilometer waren best moeilijk. Het was een brede weg bergop die toch echt redelijk steil omhoog liep. Zeker in het begin. De ploeg bracht me goed. Dries Devenyns ging eerst met mij naar voren, dan Louis nam over en Ilan was bij mij tot de klassementsrenners echt begonnen te versnellen”, legde hij de ploegtactiek naar de slotklim uit. “Het was geen gemakkelijke dag. Het was constant op en af. Het werd opnieuw een snelle start. Ik denk dat we het eerste uur een gemiddelde 48 km per uur hadden. Dus wéér een snelle start. Ze vertragen dus niet in de derde week van een grote ronde. Daarenboven stond er ook nog zijwind. Gelukkig heb je dan op zo’n dag het rood. Je rijdt dan voorin. Ik denk dat het midden het peloton niet zo leuk fietsen was. Op een gegeven moment had Louis zich laten afzakken om te plassen. Toen hij terug was zei hij dat het peloton 400 à 500 meter lang was. De ploegmaten deden het heel goed. Rémi Cavagna reed na een snelle start de hele dag aan de kop van het peloton. Hij verzette opnieuw ongelofelijk veel werk. Laat ons zeggen dat het over het algemeen een goede dag was voor ons. ”

“Ik wou eigenlijk niet naar de kop”

Evenepoel vond wel dat de slotklim naar het Monasterio de Tentudía niet zo eenvoudig was zoals het op papier eruit zag. “De klimpercentages waren opnieuw vrij stevig. Niet de steilste stukken van allemaal, maar toch weer genoeg en helemaal niet gemakkelijk. Het was zelfs redelijk lastig. De jongens van Movistar gingen beneden heel hard omhoog. Dus wist je dat het tempo wat zou verminderen. En dan kwam Lopez met zijn Astana-ploegmaten. Toen zij vaart minderden, begon Mas aan te vallen. En zo reden we ineens met twee vooruit. Ik wou eigenlijk niet naar de kop van die groep rijden, maar Mas was ineens zo aan het vertragen dat ik per ongeluk voorin kwam. Toen we samen waren, probeerde ik dan het ritme eruit te halen. En de anderen laten terugkeren. Het kwam me perfect uit dat Almeida dan aanviel. Je ziet in de derde week altijd dit gevecht voor de andere ereplaatsen. Toen João ging, begon Lopez te versnellen. Zodat Almeida niet te ver uitliep. Dat is een beetje het spel dat ik de volgende dagen moet spelen en al zeker morgen (donderdag, red) in de bergrit.”

Remco Evenepoel wou niet mee in het verhaal gaan dat de koers moeilijker lezen is nu de geblesseerde Roglic er niet meer bij is. “Neen, dat is hetzelfde. Alleen was je er zeker van dat zo’n explosieve kerel als Primoz hier de laatste vijfhonderd meter kon versneld hebben. En opnieuw vijftien seconden had kunnen nemen. Zonder hem is er minder gevaar op dit soort aanvallen. Enric is minder explosief dan Primoz. Dat is het grootste verschil tussen deze twee concurrenten, maar het maakt het er zeker niet gemakkelijker op”, stelde Evenepoel met respect voor zijn Spaanse ex-ploegmaat.

Alto de Piornal

De nu al twaalf dagen in het rood zittende ket had het ook nog over de bergrit van donderdag waarin het allemaal om de Alto de Piornal draait. “Het lijkt alsof de klimpercentages over het algemeen een beetje minder zijn dan vandaag. Het zien er twee echte ‘lopers’ uit.”

“Vandaag hadden tussen de tien en twaalf kilometer klimmen. Er zat wel een kleine afdaling tussen, maar als er geklommen moest worden was het altijd zeven, acht of negen procent. Ik denk dat het morgen maximaal gemiddeld zes à zeven procent oploopt. We hebben twee lange klimpartijen, maar niet zo zwaar. Het zou moeten wat makkelijk te zijn om in de wielen te volgen. Maar uiteindelijk is het de derde week en het zal al helemaal niet gemakkelijker zijn voor de benen. Anderzijds heb ik het gevoel dat ik beter klim dan het voorbije weekend. Die val heeft me echt wel parten gespeeld. De benen waren weer oké vandaag. Ik hoop dat we met z’n allen van de ploeg goed recupereren voor morgen. Het is ook nog een lange dag”, sprak Evenepoel op de vooravond van de voorlaatste bergrit van deze Vuelta. “Puur om aan te vallen zijn het geen gemakkelijke bergen want eens je in het wiel zit, is het een beetje zoals op de Sierra Nevada. Dan spaar je wat energie. Ik weet niet wat Mas donderdag van plan is. Ik denk ook niet dat Mas in deze Vuelta alles of niets zal spelen. De UCI-punten voor Movistar zijn ook heel belangrijk. Dat heeft hij zelf al gezegd. Hij zal zich concentreren op het podium. Vandaag heeft hij ook een paar keer geprobeerd en dan onmiddellijk de poging gestaakt.”

“De wind is de enige onbekende op zo’n klim als die van donderdag. Zijwind, tegenwind, dat weet ik nu nog niet. Ik weet dat het twee keer een kilometer of veertien klimmen is, maar aan vijf procent. Ik denk dat dit vergelijkbaar is met die ene rit dat we vlak begonnen en dan een hele lange klim hadden om boven op het plateau te eindigen. Dat was ook zo’n rit waarbij de beste klimmers aan hoge snelheid niet in de problemen kwamen.”

Om dan op zijn Evenepoels te eindigen: “In de eerste plaats speel ik defensief, maar als ik een kans zie om deze Vuelta definitief te beslechten, waarom zou ik dat niet doen? Als je toch à bloc aan het klimmen bent, dan kan je altijd proberen om een eindschot af te schieten. Met twee minuten heb ik een comfortabele voorsprong. Ik moét eigenlijk niets. Toen Lopez begon te rijden achter Almeida kon ik versneld hebben want Mas had zijn aanval afgerond. Dat was een heel belangrijk moment, maar toen ik zag dat Lopez begon te jagen, heb ik tegen mezelf: ik houd de rest van mijn benen voor de laatste honderden meter. Als ik écht wil aanvallen, moet ik me in zijn wiel zetten en van daaruit vertrekken. Maar het is niet meteen ons doel. Hét doel is met deze rode trui in Madrid aan te komen. En vandaag hebben we een opnieuw een goede stap vooruit gezet. Mijn hoofd staat al op morgen. En dat is nodig want het wordt opnieuw een snelle start. En die zijn helemaal niet gemakkelijk voor ons. Heel de wereld wil mee in de aanval zitten. Vandaag was het voor ons wel de perfecte vlucht. Maar… morgen draait het opnieuw om hetzelfde: het zijn de benen die spreken. We gaan opnieuw proberen de vlucht te laten vertrekken zodat de bonificatieseconden dan opnieuw weg zijn. Wat de andere ploegen van plan zijn, dat weet ik natuurlijk niet. We zien wel.” (md/hc)

Aangeboden door onze partners

Lees ook

Hoofdpunten