RECENSIE. ‘Legend’ van John Legend: Lange zit ***
John Legend laat op zijn nieuwe plaat nieuwe facetten van zichzelf zien, maar met meer dan 80 minuten muziek blijft het een lange zit.
John Legend had, naast zijn rijk gedocumenteerde persoonlijke leven met vrouw en kinderen, de afgelopen jaren weinig om mee te pronken. Een kerstalbum in 2018? Het zeemzoete ‘A bigger love’ in 2020? Snel doorspoelen.
Alsof de man – toch een van de sterkste soulstemmen van zijn generatie – iets heeft goed te maken, gooit hij met zijn nieuwe dubbelalbum Legend meteen meer dan tachtig minuten muziek op de wereld. Dat is véél, zelfs wanneer de Amerikaan zijn best doet om uit zijn comfortzone – soulballads met falsetuithaaltjes – te ontsnappen.
Die ontsnapping lijkt vooraf goed uitgestippeld. Een stoet featurings – Rick Ross, Ty Dolla Sigh, Mimi Long, Saweetie, Free Nationals en nog meer – bewijst dat zijn adressenboekje flink is aangedikt, producer Ryan Tedder (One Republic) probeert het spectrum uit te breiden. Zo laat single Dope een hippere John Legend horen, klinkt het tempo van Waterslide nerveuzer dan we van hem gewend zijn en kruist All she wanna do Michael Jackson met Whitney Houston.
Maar dan blijven er nog 21 songs over, vaak zoete love songs die de schoonheid van het andere geslacht bezingen, en die vaak wel dichter bij het bekende patroon aansluiten. Dat maakt – al valt hier genoeg moois te rapen – van deze Legend toch weer een lange zit.
