Het houdt niet op voor de Belgische profclubs. Naast stijgende kosten en dalende inkomsten krijgen ze nu de rekening gepresenteerd voor het door corona geannuleerde seizoen 2019-2020. Ruim een vierde van de wedstrijden werd toen niet gespeeld, waarop de toenmalige tv-rechtenhouders Proximus, Telenet en Voo naar het Belgisch Centrum voor Arbitrage en Mediatie stapten.

Dat gaf de tv-rechtenhouders gelijk, waardoor de profclubs meer dan twintig miljoen euro aan tv-geld moeten terugstorten. Een bittere pil, die sommige clubs nog dieper in het rood kan duwen.

Op de laatste algemene vergadering van de Pro League werd nog beslist dat CEO Lorin Parys met de tv-distributeurs zou onderhandelen. Er zou onder meer nagedacht worden over alternatieve oplossingen. Het argument: als clubs overkop gaan, loopt het product voetbal schade op en is dat ook niet in het belang van de tv-zenders. Het valt af te wachten of de rechtenhouders oren hebben naar die argumentatie.

Daarnaast dreigt ook een moeilijke discussie over hoe de factuur onder de clubs verdeeld moet worden. Een club als Moeskroen was in 2019-2020 nog een 1A-club, maar is intussen afgezakt naar de amateurreeksen. Omgekeerd zijn clubs als Oud-Heverlee Leuven, Union en Westerlo nu eersteklassers, maar speelden ze drie jaar geleden nog in 1B. (bla)