De 32-jarige Erwetegemse centrale verdediger Jeroen Wattez, beroepshalve ingenieur bij Arcelor Mittal in Zelzate, was getuige van de spookgoal die Houtem nekte. “De bal overschreed de doellijn niet en de goedgeplaatste lijnrechter reageerde niet. De scheidsrechter overrulede zijn lijnrechter echter, die het nochtans bij het rechte eind had. Het smaakt zuur om op zo’n manier in het zand te bijten, zeker na een gesloten wedstrijd die eigenlijk geen winnaar verdiende. Beide teams pakten uit met een laag blok, waardoor het voor de kijkers ongetwijfeld een saaie bedoening was. We kregen nog wel enkele kleine kansen op de gelijkmaker, maar die leverden niets op.”

Wattez hoopt op een prijs op het einde van de rit. “De titel is te hoog gegrepen. We verloren van leider Standaard Denderleeuw, dat over een ervaren ploeg beschikt en erbovenuit steekt in alle linies. Zelf mikken we op de top vijf. Voorlopig moeten we naast KSV Geraardsbergen ook het verrassende KSV Melsen laten voorgaan. In de subtop moeten we in ieder geval kunnen meedraaien. Zondag droeg ik als vicekapitein de aanvoerdersband ter vervanging van Davy De Buyst, die een week rust kreeg. Ook op Jens De Rouck wachten we nog nadat hij pas de training hervatte.”

Ambitie blijft intact

Wattez leerde het klappen van de zweep bij Elene-Grotenberge, waarmee hij de promotie meemaakte van tweede naar eerste provinciale. “Ik maakte nog een ommetje bij Windeke, waar ik twee mooie seizoenen beleefde tot die club in moeilijkheden geraakte. Ik vind het tof dat Windeke na een moeilijke periode het opnieuw goed doet in vierde provinciale. Zelf koos ik voor Houtem, dat vorig jaar een harde klap kreeg met een brand die de kantine vernielde. Er vielen ook tien gewonden, waarvan toch twee mensen lang in het ziekenhuis verbleven. Sportief kende de ramp echter geen negatieve gevolgen. Er werden containers geïnstalleerd als tussenoplossing in afwachting van een nieuwe kantine. De ambitie bleef intact. Zaterdag trekken we naar Nokere-Kruishoutem, dat ik ondanks een moeizame start hoog inschat. Een tweede opeenvolgende nederlaag kunnen we ons evenwel niet veroorloven.”