Met een vier op zes klaart de hemel op boven Drongen. Toch beseft Alexander Ayala dat er zijn team nog een lang seizoen wacht. “Tegen Voorde-Appelterre hadden we het gevoel dat we de drie punten konden pakken. Vooraf hadden we daar niet meteen op gehoopt. Na die late gelijkmaker hadden we geen tijd meer om nog te reageren. De voorbije weken hebben we ons duidelijk herpakt. Het was toch een flinke stap voor ons. Het voetbal in derde afdeling is toch van een hoger niveau. Na een aanpassingsperiode zitten we nu op het juiste pad om het behoud te verzekeren. We hebben duidelijk stappen gezet: zo blijven we bij een achterstand rustiger en durven we ook de bal meer in ons bezit te houden”, analyseert Ayala. “Je moet soms ook eens wat meer afwachtend voetballen en dan keihard toeslaan op de counter.”

Op bezoek bij HO Kalken wil Drongen zondag trouwens nog een rekening vereffenen die nog dateert van vorig seizoen. “Toen pakten we geen enkel punt tegen hen. Dat willen we nu toch even rechtzetten.”

Na een magere één op twaalf volgde er voor Drongen een puike vier op zes. Toch wil Ayala absoluut niet te snel victorie kraaien. Met duels tegen onder meer Eppegem, Overijse en Roeselare-Daisel oogt het programma van de Gentenaren zeer gevarieerd. “We staan nu toch wel als collectief sterker. We mogen de komende weken dan ook vol ambitie naar die matchen toeleven. Eppegem zou normaal een haalbare tegenstander moeten zijn, terwijl Overijse een topploeg is in onze reeks. Toch zal alles bepaald worden door de manier waarop we uit de kleedkamer komen. Als we allemaal fit zijn, dan maken we tegen elke ploeg in onze reeks kans.”

Enkele stapjes hoger

Over zijn eigen prestaties, klinkt Ayala gematigd positief. “Dit seizoen is voor mij echt een unieke ervaring. In de jeugd speelde ik bij Deinze, maar dat is toch een ander verhaal. Bij Drongen in een nationale reeks mogen aantreden, is een formidabele uitdaging. Ik wil me graag als voetballer nog verder ontwikkelen en wie weet kan ik nog enkele stapjes hoger zetten. Mijn honger is zeker nog niet gestild.”

“Je moet zowel op training als in de wedstrijd keihard werken. In mijn rol als flankaanvaller moet ik ook wel meer meeverdedigen. Soms ligt de klemtoon zelfs meer op onze defensieve taken. Vorig jaar controleerden wij de matchen. Nu moeten we meer in blok verdedigen en vervolgens een foutje van de tegenstander proberen af te straffen. Na een match voel ik zeker de vermoeidheid. Het is heel intens, maar ik geniet van elk moment.”