Iljo Keisse en Jasper De Buyst, de ‘oudjes’ van de Gentse Zesdaagse: “De eerste dagen gaan we alle kanten van de piste zien”

©  photo Marc Van Hecke

De één rijdt voor Quick-Step, de ander voor Lotto. Allebei zijn ze meer wegrenner dan pistier. En toch rijden Iljo Keisse (39) en Jasper De Buyst (28) samen de Zesdaagse van Gent. In de wetenschap dat ze tegen de jongere pistespecialisten voor een heel zware klus staan: “We moeten hopen dat iedereen na drie dagen op zijn gat zit.”

Jan-Pieter de Vlieger

Eén dag voor de start van de Gentse Zesdaagse stapt Iljo Keisse enigszins bedrukt de piste in het Kuipke binnen. Hij voelt zich een beetje ziekjes, maar niks om ongerust over te zijn: “Ik heb dat elk jaar voor de Zesdaagse. En ik heb me al twee keer getest. Dat is het zeker niet.”

Pas terug van de Driedaagse van Kopenhagen heeft Keisse net zeventien uur lang geslapen. Zijn trip naar Denemarken – samen met De Buyst eindigde hij vijfde - is geen plezierreisje geweest: “De enige reden dat ik daar mee doe, is om te trainen. Ik doe het niet voor het geld en al zeker niet voor het plezier. Maar ik moet Kopenhagen rijden om hier in Gent de eerste dag niet te voet te staan.”

Jasper De Buyst denkt er precies hetzelfde over. Hij heeft ‘maar’ acht uur geslapen, maar Kopenhagen vond hij evenmin een geweldige ervaring: “Pff, zo koersen, dat is gewoon niet meer aan mij besteed

Leg eens uit waarom het zo’n beproeving is geweest.

Iljo Keisse: “In een ploegkoers heb je veertien ploegen op de baan, allemaal met dezelfde 54-15 versnelling. De grootste die toegelaten is. Voor mij is dat gigantisch groot, te groot zelfs. Ik heb daar zelfs op WK’s en Spelen nooit mee gereden. Maar die gasten zitten daar allemaal over te klagen: ‘veel te klein’, vinden zij.”

“De koers is navenant: wie op kop komt, rijdt zo rap als hij kan en na een halve ronde sturen ze omhoog. Dan rijdt de volgende vooraan zo rap als hij kan. Wanneer ze omhoog sturen, kijken ze zelfs niet meer over hun schouder en doen ze geen teken. Niet nodig, ze weten: ik rijd 65 per uur, er kan nooit iemand demarreren.”

©  photo Marc Van Hecke

De Buyst: “Vorig jaar heb ik ook in Kopenhagen gereden. Toen al maakte ik precies dezelfde vaststelling.”

Keisse: “Baanwielrennen is een andere sport geworden. Wij reden met kleinere versnellingen, wat een heel andere manier van koersen gaf. Niemand reed aan kop met het idee: ik ga zo hard mogelijk. Het tempo lag lager.”

Wat meer ruimte liet voor tactiek en spektakel?

Keisse: “Je kon eens een tussenversnelling doen waarvan je voelde ‘oei, over mijn toeren’. De bedoeling was om rondes te pakken. Nu precies niet meer. Ik weet eigenlijk niet wat nu de bedoeling is.”

De Buyst: “In een Zesdaagse is er een ongeschreven wet: of je nu goed bent of slecht, je rijdt voor een publiek en iedereen draagt zijn steentje bij voor het kopwerk. Zo krijg je een mooie koers. Maar in Kopenhagen bestaat dat niet. Daar rijdt iedereen bijna met de mindset van een WK.”

Keisse: “Gent is op zich helemaal anders. Kopenhangen is een lange baan van 250 meter. Het Kuipke is 166 meter en veel technischer. Maar in de eerste dagen ga je het in Gent ook zien: sprinten waarin iedereen op een lijn zit, waarin de tweede hoogstens nog over de eerste gaat, maar er voor de rest vooral gaten vallen omdat het zo snel gaat.”

Jullie zijn oudere renners, minder explosief naar de normen van de piste. Hoe blijf je tussen al het sprintgeweld toch tussen de mensen staan?

Keisse: “Die pure snelheid is een zwak punt.”

De Buyst: “Maar dat was de voorbije jaren ook zo. Ook toen ik in 2019 bijvoorbeeld met Tosh Van der Sande reed. Uiteindelijk eindigden we toen wel tweede. Je kan dat allemaal wel opvangen.”

Hoe?

Keisse: “Dat gaan we niet vertellen, natuurlijk (lacht). Neen, we moeten hopen dat iedereen tegen na drie of vier dagen op zijn gat zit. Maar ik weet nu al: de eerste twee dagen gaan we alle kanten van de piste zien.”

Het zou kunnen dat Keisse en De Buyst pas vrijdag, zaterdag of zelfs zondag echt in beeld komen?

Keisse: “Je gaat ons in ieder geval heel dikwijls niét zien. Maar als het moment zich voordoet… dan slaan we toe. Als het kan natuurlijk.”

De Buyst: “En als het niet kan…”

Keisse: “Dan zie je ons zes dagen lang niet (lacht).”

©  photo Marc Van Hecke

Hoe goed werkt de aflossing tussen jullie beiden? Iljo, jij hebt al aangegeven dat je met een goeie aflossing veel energie spaart.

Keisse: “Laat ons zeggen dat we aan onze aflossing nog een beetje moeten schaven. Met de jaren komt dat goed (lacht).”

De Buyst: “Ik geef toe: ik ben nonchalant in mijn aflossing en dat gaat niet meer veranderen. Dat weerspiegelt mijn persoonlijkheid.”

Keisse: “Ik heb Jasper al gezegd dat ik graag een korte, snelle aflossing heb. Ik wil een stevig hand vastpakken en bij Jasper is soms een beetje ‘muh’.”

De Buyst: “Ik dacht dat we het gezellig zouden houden. (lacht).”

Jullie rijden als koppel met verschillende sponsors op de borst. De één met Quick Step, de ander met Lotto. Hoe gaat de trui er uitzien?

De Buyst: “Dat is allemaal niet evident geweest. Ik heb een beetje overlegd met de Nationale Loterij. Zij wilden natuurlijk graag een rode trui.”

Keisse: “Zoals ze bij ons graag een blauwe wilden.”

De Buyst: “Daar is geen beginnen aan. Als je de onderste helft blauw doet en de bovenste rood, zal je altijd zien dat ze het andersom willen. Uiteindelijk is het een neutrale, witte achtergrond geworden.”

Tot slot: iedereen verwacht dat de komende zes dagen één groot Iljo Keisse-feest worden. Voelen jullie de druk om dat waar te maken?

Keisse: “De Zesdaagse is al een paar jaar niet meer het Iljo Keisse-feest. Zoals ik eerder heb gezegd: er is een nieuwe generatie pistiers die allemaal heel hard kunnen rijden. Yoeri Havik heeft in Kopenhagen echt indruk gemaakt”

“Die jonge gasten gaan echt niks weg geven. Er bestaan maar drie Zesdaagses meer: Gent, Rotterdam en die ‘lol’ die Kopenhagen is. Die mannen rijden in Gent voor hun toekomst.”

De Buyst: “Wie als pistier naam wil maken in België moet dat doen op WK’s en in de Zesdaagse van Gent.”

Keisse: “Het gaat niet makkelijk worden. Maar natuurlijk ga ik proberen om me nog zoveel mogelijk te brengen.”

De Buyst: “Zoals ik er alles aan ga doen om je zo goed mogelijk te assisteren.”

Keisse: “Om eerlijk te zijn: in Kopenhagen heb ik vanaf de eerste dag afgeteld: nog tien dagen koersen, nog negen… Ik kijk vooral uit naar mijn laatste dag, naar Merci Iljo (afscheidsevent op 24 november, red.) Daar ga ik me amuseren. Tijdens de Zesdaagse probeer ik dat ook, maar de voorbije jaren is het te vaak te veel pijn geweest.”

©  photo Marc Van Hecke

AANGERADEN
Aangeboden door onze partners

Lees ook

Hoofdpunten

Meest gelezen uit de buurt