Lotte Kopecky werd onthaald als een koningin en gedroeg er zich ook naar. “Dit blijft speciaal, maar het zorgt toch altijd voor wat druk. Als wereldkampioene kan je je niet veroorloven om af te gaan als een gieter. Toen het publiek mijn naam scandeerde, was dat een kippenvelmoment. Het is de erkenning voor wat ik presteerde in dit uitzonderlijke jaar.”

Na een korte rustperiode is Kopecky sinds een tweetal weken opnieuw aan de trainen. Vrijdag was ze de beste in de puntenkoers. De Nederlandse Marit Raaijmakers eindigde als tweede voor Shari Bossuyt. De jongeren Katrijn De Clercq, Hélène Hesters, Lani Wittewrongel, Marith Vanhove, Sara Maes en Febe Jooris trokken goed hun streng. “Het niveau van de wedstrijden was goed”, zei Kopecky. “De tijd dat er nogal lacherig gedaan werd over wedstrijden bij de vrouwen, is al een tijd voorbij. En dat is maar goed ook.”

Zaterdag won Kopecky de afvalling en de puntenkoers. In de scratch moest ze de Nederlanders Raaijmakers en Daniek Hengeveld laten voorgaan. Bossuyt eindigde zaterdag als derde in de puntenkoers.

Kopecky trekt nu voor een week op stage en is dan drie dagen thuis. “Nadien start de voorbereiding op het wegseizoen. 2022 herhalen wordt echter niet evident”, refereerde Kopecky naar de twee wereldtitels op de piste en de winst in de Strade Bianche en de Ronde van Vlaanderen. “Parijs-Roubaix staat in rood aangestipt. In die koers speelt de factor geluk een niet onbelangrijke rol. Superbenen zijn geen garantie dat je op de mythische velodroom in Roubaix aan het langste eind trekt. Stilaan gaat de focus ook naar de Olympische Spelen in Parijs. Dat Shari Bossuyt en ik daar op het WK de ploegkoers wonnen, zorgt voor vertrouwen. Op de piste verloopt alles prima. Een goede samenwerking met de coaches Tim Carswell en Kenny De Ketele zal nodig zijn om mijn weg- en pisteprogramma goed op elkaar af te stemmen.”