Het Aalsterse gezelschap vertrok maandagmorgen al vroeg richting Cyprus. Daar werken zij dinsdagavond, om 19 uur Belgische tijd, de heenmatch van de achtste finales van de Challenge Cup af tegen het plaatselijke Omonia. “Volgens het scoutingsrapport zou Nicosia een haalbare kaart moeten zijn”, zegt voorzitter Jan Luppens. “Maar na wat ik zondagavond in Guibertin zag, durf ik dat niet meer zeggen. Met het oog op de play-offs mochten wij in Guibertin geen punten laten liggen. Toch gebeurde dat en de manier waarop was pijnlijk.”

Dat de promovendus goed bezig is, liet het eerder in deze competitie al zien. Guibertin won de eerste set, maar na winst in de tweede beurt was er voor Aalst nog altijd geen man overboord. “Wij leken de wedstrijd in handen te hebben, maar dat was absoluut niet het geval”, aldus Luppens. “Guibertin nam in de derde en vierde set weer duidelijk de overhand. Onze spelers stonden erbij en keken ernaar. Het was gewoon niet goed genoeg.”

Geen typeploeg

Die vaststelling geldt niet enkel voor het duel tegen Guibertin, maar voor de algemene prestatie van de ploeg. “Dat klopt”, zegt Luppens. “Het is niet makkelijk om de vinger op de wonde te leggen, maar wij spelen veel te wisselvallig. De communicatie tussen de spelers loopt mank en er staat nog altijd geen typeploeg op het veld.” Coach Idner Martins kon in Guibertin nochtans middenman Sanches recupereren, maar libero Max Petersson is nog altijd niet hersteld van zijn rugblessure. Seppe Baetens speelde zondag als libero, maar mist op die positie de drive en de ervaring. “Er zit nochtans talent genoeg in de ploeg”, weet Luppens. “De coach wisselt wel veel, waardoor de automatismen tussen de spelers er misschien moeilijk in geraken, maar dat is zijn verantwoordelijkheid.”

Talentvolle buitenlanders

Lindemans Aalst koos er in het tussenseizoen voor om jonge, talentvolle buitenlanders te halen. “Dat was een bewuste keuze”, aldus Luppens. “Wij hebben niet het grote budget om toppers aan te trekken. Daarom opteren wij voor jonge spelers waarmee wij op langere termijn kunnen werken. Op dat vlak liggen de eisen van veel Belgische spelers te hoog. Jonge buitenlanders kiezen eerder voor het avontuur en minder voor het financiële plaatje. Johan Devoghel zorgde ook voor meer structuur en een aangenaam randgebeuren, maar sportief moeten de resultaten nu natuurlijk wel volgen. Met onze huidige zevende plaats kunnen wij absoluut niet tevreden zijn.’’