Mathias Lefeber trekt de stekker uit zijn wegcarrière en gaat een totaal andere toer op met de oprichting van een eigen sprintteam.

“Dit jaar reed ik nog drie koersen”, zegt Lefeber. “Ik werd eens derde en zevende, maar in mijn derde koers werd ik tot opgave gedwongen. Toen kwam ik tot het besluit dat een uithoudingssport als wielrennen niet meer aan mij besteed was gezien de beperkte tijd die me restte om te trainen. Ik werk namelijk als magazijnier bij Samsonite waar ik de containers leeg haal. Voorts run ik mijn bedrijf Evolution Sports dat zich richt op het geven van adviezen als personal coach en bikefitting. Vanuit mijn bedrijf start ik nu met het Evolution Sprinting Team. We steken van wal met twee rensters en drie renners die zich engageren enkel nog op de sprint op de piste te focussen. Het is dus verboden om nog wegkoersen te rijden voor onze renners. Met keirin, de 200 meter sprint en de kilometer zijn er slechts drie disciplines waar we op focussen, maar waar we de renners naar de top willen loodsen.”

Uniek in België

Het sprintproject is uniek in België en ontstond mede uit het brein van onze nationale pistebondscoach Tim Carwswell.

“Het is zo dat Carswell bij het tekenen van zijn contract op aandrong om ook een sprintproject op poten te zetten. Nadat het project-Tokyo was geflopt, is het nu de bedoeling een project-Los Angeles te starten met het oog op de Olympische Spelen binnen zes jaar. Persoonlijk vind ik dat we op Parijs al zouden moeten focussen. Met Runar De Schrijver en Tjörven Mertens beschikken we over twee topspurters. Ik dien me aan als derde man voor de teamsprint, al beschik ik nog niet over de startsnelheid van die twee toppers. Zodra je het nationale project start, open je de poort voor nieuwe sprinters en vind je wel een vierde man.”

Op de pistemeeting van Gent finishte Lefeber vijfde.

“Ik ben niet echt tevreden over mijn progressie. Als tweedejaarsbelofte reed ik snellere tijden dan nu. Twee keer per week trek ik naar de piste in Gent. Voorts kan ik trainen in mijn eigen fitnesszaak. Ik reed in mijn carrière vijf zesdaagsen, maar de sprint is totaal anders.”