“Het was mijn eerste cross van het seizoen met meteen een EK-ticket als inzet”, zegt Baeten. “Door allerlei kwaaltjes had ik de Crosscup-manches van Berlare en Mol moeten laten vallen, waardoor ik niet de kans had gekregen om wedstrijdritme op te doen. Gelukkig kreeg ik in Roeselare de steun van enkele supporters van mijn werk. Ze waren verbaasd over de vlotte manier waarmee ik de wedstrijd controleerde. Zelf had ik het omgekeerde gevoel. Ik zat meteen vooraan, maar hoopte toch dat het hoge tempo wat zou zakken. Dat gebeurde niet meteen, waardoor ik de helft van de eerste ronde met het mes op de keel liep en ook terugviel naar de vijfde plaats. Gelukkig heb ik geleerd van fouten uit het verleden. Ik moest geconcentreerd blijven en een strak tempo blijven aanhouden.”

Stervende zwanen

Zo geraakte Baeten in de finale toch nog bij Ruben Verheyden, die met zijn 3’35 over de 1.500 meter een Europese topper mag genoemd worden. “In de spurt kon ik hem afhouden, al was het toch een spurt van stervende zwanen, zo moe waren we. Zowel Ruben als ik komen terug uit blessure. We hebben nog tien dagen voor het EK in Turijn om vooruitgang te boeken. Naast de gebruikelijke trainingen is één stevige prikkel voldoende om tegen 11 december klaar te zijn.”

Baeten bracht zijn 1.500 meter-record afgelopen zomer op 3’36”50 en was best tevreden met zijn progressie. “Ik voel dat ik nog sneller kan. Het parcours in Turijn belooft snel te zijn. Dat speelt in mijn kaart. Ons team is wellicht sterker dan vorig jaar, toen we brons haalden. De Britten waren toen ongenaakbaar. In de eindsprint voor de tweede plaats versloeg ik de Ier, maar werd ik zelf nog geremonteerd door de Fransman. Waarom zou een nieuwe podiumplaats niet kunnen? Ik zie in Mariska (Parewyck, red.) een betere veldloopster dan Elise Vanderelst, die toch meer een baanatlete is. Bovendien zal ze extra gemotiveerd zijn in het shirt van de nationale ploeg.”

Geen profstatuut

Ook na het EK blijft Baeten de korte crossen lopen in de Crosscup. “Ik vind het een mooi circuit met sponsoring, veel publiek en media-aandacht. Als toppers van de middenafstand is het onze plicht om eraan deel te nemen.” Zelfs al kan Baeten dan niet rekenen op een profstatuut. “Ik werk deeltijds, drie vijfde. Ik vind het niet erg om na mijn werkuren te trainen, maar moet ook voldoende kunnen herstellen van dat werk om een hoog niveau te blijven halen.”