Marijn De Paepe gold jarenlang als goalgetter, maar werd in Geraardsbergen als spelverdeler uitgespeeld. “Ik ben vooral blij dat ik opnieuw kan spelen, al sta ik niet op mijn favoriete positie”, laat De Paepe weten. “Houtem kende een moeizame seizoenstart en op de derde speeldag kwam daar voor mij een kleine blessure bovenop. Ik verzeilde zeven speeldagen lang op de bank. Ik stelde me mijn laatste seizoen wel enigszins anders voor. Gelukkig sta ik nu wel al drie wedstrijden in de basis. Ik dacht vorig seizoen al aan stoppen, maar Houtem bouwde een sterke ploeg en zag een afscheid in schoonheid voor ogen. Ik wil nu nog een half seizoen knallen om dat te realiseren.”

De Paepe geeft wel grif toe dat de 0-5-winstcijfers geen correcte weergave vormden van de waardeverhoudingen op het terrein. “Combinerend was Geraardsbergen veruit de betere ploeg. Onze opponent domineerde de eerste helft, maar puurde wel weinig kansen uit het overwicht en we haalden vlotjes de rust met een brilscore. Na rust trokken we op voorsprong en plots leverde elke aanval een doelpunt op. Binnen de kortste keren lag Geraardsbergen tegen het vilt. Een vreemde ontknoping die me wel deed denken aan de week voordien toen we op Laarne-Kalken met liefst 4-1 in het zand beten nadat we ons nochtans de evenknie toonden. We zijn aan een seizoen bezig met veel ups-and-downs. We startten het seizoen met de top vijf voor ogen. Denderleeuw, Geraardsbergen, Melsen en Laarne-Kalken namen afstand, maar vanaf de vijfde plaats prijken nog een rist ploegen op een zakdoek bij elkaar.”

Hoofd voor de bal leggen

De Paepe wil via een sterke decembermaand het Houtemse blazoen oppoetsen. “We ontvangen Kluisbergen Sportief en trekken dan nog naar KSV Maarkedal. Indien we het seizoen afsluiten met een negen op negen, maken we een mooie inhaalbeweging. De eindronde behoort nog steeds tot de mogelijkheden. Eerst moeten we dan wel de maat nemen van Kluisbergen, een sterk team dat net als Houtem dit seizoen tegelijk warm en koud lijkt te blazen. In Geraardsbergen legden we het hoofd voor de bal en dat loonde. Die aanpak moeten we verder zetten.”