Het onderzoek wordt zonder gevolg geklasseerd omdat er “geen aanwijzingen voor strafbare feiten werden vastgesteld bij de handelwijze van de agenten” van de Spaanse veiligheidsdienst. “Er kan niet worden geconcludeerd dat het optreden van de agenten het risico voor het leven en de fysieke integriteit van de migranten heeft vergroot”, zo staat in een mededeling van het parket. “Er kan hen dus geen ‘dood door schuld’ ten laste worden gelegd.”

Het parket zegt wel dat er gegevens werden overgemaakt aan het hoofd van de veiligheidsdiensten. Op basis daarvan kan een disciplinaire procedure worden opgestart tegen agenten die ervan worden verdacht stenen te hebben gegooid naar migranten.

Op 24 juni hadden ongeveer 2.000 migranten geprobeerd via Melilla toegang te krijgen tot het Spaans grondgebied. Ze bestormden het grenshekken dat het Marokkaanse vasteland van Melilla scheidt. Minstens 23 migranten kwamen daarbij om het leven. Ngo’s en onafhankelijke experts van de VN-Mensenrechtenraad maken melding van 37 overlijdens.

Het gaat om het hoogste dodental dat is opgetekend bij de talrijke pogingen van migranten uit de landen ten zuiden van de Sahara om de Spaanse gebieden Melilla of Ceuta binnen te komen. Die twee Spaanse exclaves aan de Marokkaanse kust vormen de enige landsgrenzen tussen de Europese Unie en het Afrikaanse continent.