Zaterdag raakte bekend dat minister van Justitie Vincent Van Quickenborne in beroep gaat tegen de beschikking van de kortgedingrechter over de naaktfouilles.

“De misprijzing van de autoriteiten tegenover de slachtoffers tijdens het proces van de aanslagen van 22 maart 2016 kan catastrofale gevolgen hebben voor de mentale gezondheid van heel wat slachtoffers”, aldus Life4Brussels.

Slachtoffers trekken zich terug

“Sinds deze ochtend krijgen wij tal van telefoontjes van slachtoffers die aankondigen dat ze zich definitief terugtrekken van het proces.” Zo geven sommigen aan dat ze van in het begin niet in het proces geloofden en dat hun vermoedens nu bevestigd worden.

Life4Brussels benadrukt opnieuw een proces te willen dat in de beste omstandigheden plaatsvindt. De organisatie stelt echter ook dat de slachtoffers, die eerder al in de steek gelaten werden door de Belgische staat, “weer het slachtoffer zijn van de mislukkingen van het gerecht, die eens en voor altijd het gevoel van minachting door de staat bevestigen”.

Hoe ver wil minister gaan?

De organisatie stelt ook dat de slachtoffers zich niet moeten uitspreken over de naaktfouilles met kniebuiging door de beschuldigden. Toch is ze verbaasd dat de minister van Justitie een ministeriële richtlijn liet opstellen nadat de kortgedingrechter systematische naaktfouilles zonder motivering verbood, maar “niet verplicht om die ook toe te passen”.

Life4Brussels vraagt zich dan ook af hoe ver de minister wil gaan in deze zaak. “Zal hij de beslissing van de kortgedingrechter wel respecteren indien de beschikking in beroep bevestigd wordt?”, klinkt het. De organisatie vreest ook dat het proces uiteindelijk overgedaan zal moeten worden.