Eeuweling Marcel Servaes ereburger van Hove: “Mijn hele leven in dezelfde straat gewoond”

Marcel met zijn drie kinderen in zijn tuin die hij tot vorig jaar nog zelf bewerkte.© Filip Spoelders

Hove -

Marcel Servaes (100) mag zich ereburger van Hove noemen. Hij volgt Johanna Bens op die de titel in 2017 kreeg. Zij overleed in 2020 op haar 106de, maar Marcel kijkt alleen maar vooruit. “Volgend jaar word ik al 102.”

Filip Spoelders

Marcel vierde eind vorig jaar zijn honderdste verjaardag tijdens een feest met 150 gasten. In navolging van deze verjaardag mag hij zich nu ook ereburger van Hove noemen. Dat zijn feest aan het voetbalterrein van Boechoutse VV doorging, is geen toeval.

“Mijn zicht is heel slecht aan het worden, maar ik ga nog geregeld naar de wedstrijden van Boechoutse VV kijken. Voetbal is altijd al mijn hobby geweest. Meer dan vijftig jaar geleden heb ik samen met Kamiel Plochaet en Julien Pyl de toenmalige club Sporting Hove opgericht. We speelden een beetje verder in de straat en ik was de schatbewaarder. Toen de club naar een terrein in de Geelhandlaan verhuisde, ben ik niet meegegaan. Ik ging naar Sint-Jozef in Mortsel. Ik heb er jaren de kantine opengehouden. Uiteindelijk ben ik terechtgekomen bij Boechoutse VV”, vertelt Marcel.

De Hovenaar woont nog steeds alleen in de Boechoutselei waar hij geboren en getogen is. “Ik ben enkele huizen verderop geboren. Toen heette de straat nog Wouwstraat. Mijn vader werkte op Gevaert en mijn moeder had een tijdje café De Fruithof. Ik was het dertiende kind van achttien. Met mijn vrouw Alphonsina Van Thienen ben ik hier komen wonen zodat ik mijn hele leven in dezelfde straat heb gewoond.”

Het koppel kreeg drie kinderen Rita, Monique en Ronny, die hun vader graag komen helpen. Nadien volgden er vier kleinkinderen en vier achterkleinkinderen. Zijn vrouw overleed in 2012, enkele maanden voor hun 65ste huwelijksverjaardag.

Marcel (links naast het kind op de schoot van zijn vader) met zijn ouders, broers en zussen.© RR

Behanger

Marcel werkte aan de overkant van de Boechoutselei als behanger en garneerder bij zijn broer. Op zijn 49ste ging hij naar Hansen Industrial Transmissions, dat toen bekend stond als La Mécanique Générale.

Tot op vandaag houdt Marcel van plezante momenten en een lach in het leven. Toch heeft ook hij tijdens de Tweede Wereldoorlog een zware periode gekend. “In 1942 ben ik naar Duitsland getransporteerd. Daar heb ik 2,5 jaar in een werkkamp voor de fabriek Emil Busch in Rathenow gewerkt. We maakten er van alles wat met optiek, zoals verrekijkers, te maken had. Op een bepaald moment werd ik er verantwoordelijk voor het verduisteren van kamers in het kamp. Er mocht ’s avonds geen licht naar buiten. De Duitsers noemde me de Verdunkelungsmeister”, lacht Marcel.

Marcel (rechts) in 2021 bij de honderdste verjaardag van Boechoutse VV.© Filip Spoelders

Na de bevrijding door de Russen in april 1945 trok hij met twaalf Antwerpse twintigers richting het Amerikaanse gedeelte van Duitsland. “Nadat de Russen ons hadden bevrijd, kregen we nog minder eten. Dan wil je gewoon overleven en stap je huizen binnen om eten te pakken. Een maand zijn we onderweg geweest om 25 kilometer te overbruggen. Bij de Amerikanen werden we met de vrachtwagen en de trein richting Luik gestuurd. Op 25 mei 1945 was ik thuis.”

In 2016 trok hij met zijn kinderen opnieuw naar Rathenow. “Het was opvallend hoe hij de straatnamen nog kende. Hij wist precies waar de fabriek stond”, geven Rita, Monique en Ronny aan. Marcel leerde wel iets belangrijks in Duitsland. “De fabriek stond vlak bij de rivier Havel. Het is daar waar ik heb leren zwemmen.”

Met op tijd een zwans, een wandeling en een voetbalwedstrijd gaat hij nog steeds gezwind door het leven. “Volgend jaar word ik al 102 jaar. Maar van het ereburgerschap merk ik niets. Ik dacht dat ik overal uitgenodigd zou worden om lintjes door te knippen, maar heb nog geen uitnodigingen gekregen”, lacht Marcel.

AANGERADEN
Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Meest gelezen uit de buurt