Het eiland, dat onder de zeespeigel dreigt te verdwijnen, overstroomde vorig jaar vijf keer, zegt de ngo EPER (Entraide Protestante Suisse) in een mededeling. De religieuze organisatie ijvert voor mensenrechten en klimaatrechtvaardigheid. De klagers vragen dat de cementfabrikant hen vergoedt voor de schade die al aan het eiland aangericht is, en dat het bedrijf deelneemt aan de financiering van beschermingsmaatregelen tegen de overstromingen.  Ze eisen ook dat de Zwitserse groep haar CO2-uitstoot snel afbouwt.

“Voor de eerste keer moet een Zwitsers bedrijf zich juridisch verantwoorden voor zijn rol in de klimaatverandering”, benadrukt de Zwitserse ngo, die meent dat Holcim “te weinig doet om zijn uitstoot voldoende te verlagen om de opwarming van de planeet onder de 1,5°C te houden”. Bovendien is het bedrijf “veel te laat begonnen” met deze inspanning, aldus de ngo. 

In juli dienden vier inwoners van het eiland, drie mannen en een vrouw, een klacht tegen Holcim in bij het gerecht in het kanton Zug, waar de maatschappelijke zetel van de Zwitserse groep gevestigd is, nadat een poging tot minnelijke schikking mislukt was. 

In 2019 verkocht Holcim zijn activiteiten in Indonesië aan de lokale cementfabrikant Semen Indonesia.