Dollekoeienziekte op Nederlandse boerderij blijkt minder gevaarlijke variant: “Extra maatregelen niet aan de orde”

© Shutterstock

Op een boerderij in Nederland is bij een dode koe de dollekoeienziekte aangetroffen, meldt het Nederlandse ministerie van Landbouw. Onderzoek heeft intussen aangetoond dat het gaat om de atypische ‘ouderdomsvariant’, die minder gevaarlijk is voor mensen.

jvh, mtmBron: BELGA

De boerderij in kwestie (volgens De Telegraaf gelegen in Zuid-Holland) is na de vondst door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) geblokkeerd. 

Minister Piet Adema heeft woensdagmiddag aan de Tweede Kamer gemeld dat de besmetting door middel van “actieve surveillance” is opgespoord. “Deze dodelijke ziekte tast het centrale zenuwstelsel van rundvee aan en wordt ook de gekkekoeienziekte genoemd. BSE kan tevens bij mensen de dodelijke hersenziekte Creutzfeldt-Jacob veroorzaken. Mensen kunnen besmet raken door het consumeren van producten afkomstig uit BSE-geïnfecteerde runderen.”

Er is een Europees monitoringsprogramma waarbij alle kadavers en alle in nood geslachte runderen in bepaalde risicogroepen worden getest op de aanwezigheid van BSE. “Het rund dat nu positief bevonden is, is door middel van deze actieve surveillance opgespoord. Het kadaver van het dier is na overlijden op het bedrijf aangeboden bij destructiebedrijf Rendac, waar het ook bemonsterd is.”

Niet in voedselketen

Het zieke rund is volgens Adema niet in de voedselketen terechtgekomen, en vormt daarom geen risico voor de voedselveiligheid. Het bedrijf van de houder van het positief bevonden geval is geblokkeerd. “Er wordt nu onderzocht om welke variant van BSE het gaat: een atypische of een klassieke variant. Een zogenaamde atypische variant kan sporadisch voorkomen bij oudere koeien, een soort ouderdom-BSE.”

Intussen blijkt dat het om de atypische variant gaat, de voor mensen minder gevaarlijke variant, aldus het Nederlandse ministerie van Landbouw. Die ‘ouderdomsvariant’ kan spontaan ontstaan in oudere koeien en komt niet door besmet voer. Daarmee lijkt er geen sprake te zijn van groot gevaar voor de volksgezondheid.

1986

De ‘klassieke variant’ is de variant die in 1986 voor het eerst gevonden werd in Groot-Brittannië. In Nederland zijn sinds 1997 zo’n 88 gevallen van klassieke BSE gevonden. Hergebruik van dierlijke eiwitten in diervoer was een belangrijke oorzaak van de verspreiding van klassieke BSE in rundvee.

“Daarop volgde een Europees verbod op het gebruik van diermeel in diervoeding voor runderen. NVWA voert momenteel een bron- en contactonderzoek uit. Hierbij worden nakomelingen, en dieren die hetzelfde voeder gehad hebben, en dieren die opgegroeid zijn met dit rund opgespoord gedood, getest op BSE en afgevoerd naar de destructie. In geval van de ‘atypische variant’ is daarmee deze positieve besmetting afgehandeld.”

FAVV: “Extra maatregelen niet aan de orde”

Ons land neemt geen extra maatregelen nadat op een boerderij in Nederland bij een dode koe de dollekoeienziekte is vastgesteld. “Het gaat waarschijnlijk om een sporadisch, geïsoleerd geval van de ziekte, waarop systematisch wordt onderzocht in de slachthuizen en bij de destructiebedrijven. Extra maatregelen zijn niet aan de orde”, aldus Hélène Bonte, woordvoerder van het Federaal Agentschap van de Veiligheid van Voedselketen (FAVV). In België dateert het laatste geval van Bovine Spongiforme Encephalopathie (BSE) van oktober 2006.

Bonte wijst er ook op dat runderen vanaf een zekere leeftijd systematisch onderzocht worden naar de ziekte in slachthuizen en bij destructiebedrijven van gestorven dieren.

In ons land werd de ziekte op 27 oktober 1997 voor het eerst vastgesteld bij een koe op een boerderij in het Naamse Havelange. De jaren nadien werden in totaal 133 gevallen van BSE vastgesteld. Het laatste BSE-geval dateert van 5 oktober 2006 in Perinnes-lez-Binche. De niet op de mens overdraagbare OSE-variant (“scrapie”) bij kleine herkauwers, werd op 11 juni 2007 in Laarne voor het laatst bij een schaap vastgesteld.

Aangeboden door onze partners

Lees ook

Hoofdpunten