Speurders kunnen verdachten binnenkort opsporen aan de hand van DNA-profiel van familie

Themabeeld© Shutterstock

De federale ministerraad heeft vrijdag een wetsontwerp van minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) goedgekeurd dat toelaat om nieuwe DNA-technieken in te zetten in strafonderzoeken. Het gaat onder meer om ‘familiale zoeking’, het opsporen van verdachten via gekende DNA-profielen van naaste familieleden. Van Quickenborne maakt zich sterk dat het wetsontwerp justitie “meer instrumenten in handen geeft om moorden, zedenfeiten en verdwijningen op te lossen.”

jvhBron: BELGA

De nationale DNA-databanken van veroordeelden, vermisten, sporen en verdachten beschikken vandaag over ongeveer 120.000 unieke profielen. Daarnaast heeft België toegang tot de DNA-databanken van nog eens 23 andere landen, waar alles samen miljoenen andere profielen in staan. Als er genetisch materiaal wordt teruggevonden naar aanleiding van een misdrijf of verdwijning, wordt dat vergeleken met de profielen in al die databanken.

Momenteel mogen daarbij enkel rechtstreekse matches worden gemaakt tussen een spoor en een verdachte. Het DNA-profiel van de verdachte moet dus al voorkomen in een van de databanken. Het is nochtans mogelijk is om een verdachte te identificeren aan de hand van een gedeeltelijke match met het DNA-profiel van een familielid. Aan de hand van die zogeheten ‘familiale zoeking’ zou het DNA-profiel van een naast familielid dat wel al in een van de databanken voorkomt een doorbraak kunnen betekenen in een strafonderzoek, maar daar bestaat vandaag geen wettelijk kader voor.

De federale regering past daar nu een mouw aan. Een wetsontwerp van minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) dat de familiale zoeking wettelijk omkadert kreeg vrijdag groen licht van de ministerraad, kondigt de liberale vicepremier aan.

De gedeeltelijke DNA-match zal wel nooit volstaan als bewijsmateriaal: de speurders moeten via de klassieke opsporingsmethodes ook nog andere bewijzen kunnen aandragen. Bovendien mag niemand verplicht worden om DNA af te staan in het kader van een familiale zoeking, en kan er dus enkel vergeleken worden met de profielen die al in de verschillende databanken beschikbaar zijn. Tot slot mag er alleen in eerste lijn worden gezocht, dus bij ouders, kinderen, broers en zussen, moet er altijd eerst rechtstreeks worden gezocht op een match vooraleer de familiale zoeking wordt aangevat en kan enkel de magistraat die het onderzoek leidt de opdracht geven om een familiale zoeking te doen.

Het wetsontwerp van Van Quickenborne maakt het ook mogelijk om DNA van verwanten van vermiste personen of niet-geïdentificeerde stoffelijke overschotten te linken aan DNA-profielen in Europese en internationale databanken. Het gaat onder meer om I-Familia, de in 2021 opgerichte databank van de internationale politieorganisatie Interpol, die bijna 10.000 DNA-profielen van niet-geïdentificeerde lichamen en ruim 1.000 profielen van verwanten van vermiste personen van over de hele wereld bevat.

De tekst voorziet daarnaast een kader voor onderzoek op basis van het Y-chromosoom. Dat komt enkel voor bij mannen en wordt haast identiek overgedragen van vader op zoon. De Y-profielen zijn nuttig in zedenzaken, waar het belangrijk is om het DNA van de dader goed te onderscheiden van dat van het slachtoffer. In zedenzaken wordt het daarom binnenkort verplicht om profielen van Y-chromosomen op te stellen en op te slaan in de databank. Ons land is volgens Van Quickenborne het eerste dat die verplichting invoert.

Tot slot trekt het wetsontwerp de bewaartermijn van DNA-stalen op van 6 maanden tot 30 jaar. De profielen zelf worden al langer bewaard.

De tekst kreeg vrijdag in eerste lezing groen licht op de ministerraad, maar moet nog voor advies naar de Raad van State en de Gegevensbeschermingsautoriteit alvorens het parlement ermee aan de slag kan.

Aangeboden door onze partners

Lees ook

Hoofdpunten