Een eerste medaille - brons in de mixed relay - hebben we reeds op zak. En behoudens grote calamiteiten zou Wout van Aert een zekerheid op een medaille moeten zijn. Maar met twee medailles nemen we geen vrede. Wie nog?

De kans dat Wout van Aert en Mathieu van der Poel bij de mannen-elite goud en zilver onder hun tweetjes verdelen, is groot. Voor de derde medaille komt een handvol renners in aanmerking. En daar zijn landgenoten bij. Laurens Sweeck, Michael Vanthourenhout en Eli Iserbyt hebben alle drie voldoende troeven in handen om die derde medaille te claimen maar zullen zich wel voorbij thuisrijder Lars van der Haar moeten wringen. Van der Haar is een kampioenschapsrenner en wil voor eigen volk ongetwijfeld zijn vijfde WK-medaille ophalen, tien jaar na het brons in het Amerikaanse Louisville.

Gaan we een categorie lager, dan is de Belgische weelde nog groter. Thibau Nys zei het zelf: “Enkel Tibor del Grosso acht ik in staat om een volledig Belgisch podium te verijdelen.” De Belgen hebben keuze zat. Het volledige podium van vorig seizoen - Joran Wyseure, Emiel Verstrynge en Thibau Nys - staat ook zaterdag aan de start. Maar ook Witse Meeusen en Jente Michels zijn zeker niet kansloos in de strijd om de medailles.

Ook bij de juniores zijn er medaillekansen, weliswaar minder uitgesproken. Yordi Corsus, Viktor Vandenberghe, Seppe Vandenboer en Wies Nuyens kunnen mits een goede dag op het podium eindigen, al schuiven ze de favorietenrol graag door naar de Fransman Leo Bisiaux.

Tot daar onze medaillekansen. Want bij de vrouwen lijken de opties zeer dun gezaaid. Fleur Moors en Xaydee van Sinaey zouden bij de meisjes-juniores op het podium kunnen eindigen maar dan moeten ze de race van hun leven rijden. Bij zowel beloften als elite zou een plaats in de top tien al een succes zijn. Oranje boven bij de vrouwen waar met Molengraaf (juniores), van Anrooij (beloften) en Van Empel of Pieterse (elite) meer dan waarschijnlijk drie keer het Wilhelmus zal weerklinken.(gvdl)