De wet-Breyne stamt uit 1971 en biedt bescherming aan iedereen die een woning bouwt of een nog te bouwen woning koopt. De Europese Commissie valt nu echter over het verschil in garantie die moet worden geboden door erkende, hetzij niet-erkende aannemers.

Elke aannemer is op basis van de woningbouwwet verplicht zo’n ‘voltooiingswaarborg’ bij de bank neer te leggen om zijn klanten te beschermen tegen faillissement. Voor erkende aannemers gaat om een bedrag gelijk aan 5 procent van de bouwprijs, voor niet-erkende aannemers om 100 procent - het volledige bedrag dus.

LEES OOK. Nu al stormloop op studentenkoten voor volgend academiejaar: al duizenden studenten op wachtlijst

Inbreukprocedure

De Commissie spreekt over een “onevenredige” garantieregeling, die met name de vrijheid van vestiging en dienstverlening beperkt van buitenlandse aannemers en bedrijven die geen directe bouwactiviteiten verrichten, zoals vastgoedontwikkelaars. Ze heeft nu een inbreukprocedure tegen België ingeleid omdat volgens haar de wet in strijd is met de Europese dienstenrichtlijn.

Overigens heeft de Commissie woensdag maar liefst 24 zaken tegen verschillende lidstaten in gang gezet wegens belemmering van het vrij verkeer van diensten. Ze wijst erop dat als al die hinderpalen voor het vlot functioneren worden weggehaald, het jaarlijkse bbp in de EU met maar liefst 279 tot 457 miljard euro kan toenemen.