Rubenschüh begon op zijn vierde te voetballen bij Klim-Op Begijnendijk. Daarna sloot hij rond zijn negende aan bij KV Mechelen. Drie seizoenen later ging het naar de elitejeugd van OHL, waar hij tot de beloften aan de slag bleef. Daarna ging het naar Westerlo, waar Rubenschüh in zijn tweede seizoen zelfs de voorbereiding en het competitiebegin meemaakte met de A-kern. “Ik speelde er enkele competitiematchen”, zegt de middenvelder. “Maar toen coach Dennis van Wijk ontslagen werd, moesten we met velen terug naar de beloften.”

Het jaar nadien ging Rubenschüh studeren in Leuven en sloot hij zich aan bij KVK Tienen. Daarna volgden Betekom, Schriek en intussen is de leraar lichamelijke opvoeding aan de Aarschotse VBS Ourodenberg bezig aan zijn vierde en laatste jaar bij Bertem-Leefdaal. “Het is een goede groep waarin de coach staat voor aanvallend voetbal. Na een aanpassing zijn we sinds de winter enorm goed bezig en dat zet zich om in resultaten.”

Zaalvoetballen

Voor Rubenschüh bestond er interesse van clubs uit het Aarschotse en Bierbeek, maar de middenvelder koos dus voor een terugkeer naar de roots. “Mijn vader had een profiel vooropgesteld van het type speler dat hij wou en dat kwam ongeveer overeen met het type speler dat ik ben. Hij zei al lachend dat hij iemand zoals ik in het team wou. Bestuurslid Mario Janssens zette zich op de zaak, mijn vader hield zich erbuiten. De club heeft me uiteindelijk gehaald wegens het type dat ik ben en niet omdat mijn vader hier toevallig trainer is. Bertem-Leefdaal had eerder al eens geoefend tegen RWL en zo hadden ze mij ook al eens zien voetballen. Bij RWL ga ik niet op mijn lauweren rusten, maar de combinatie met het zaalvoetballen in tweede klasse (bij FS Aarschot, red.) wordt zo toch beter te doen.”