“Petegem wordt zeker een heel taaie tegenstander”, vertelt Gert Van Walle. “Iedereen kent de kwaliteiten van die ploeg. Ze hebben misschien niet de grootste individuele talenten, maar ze spelen al jaren samen, weten elkaar blindelings te vinden en gaan voor elkaar door het vuur. Onder anderen Davy Joye en de broers Van Borm ken ik persoonlijk goed. Allemaal mannen die het niveau van tweede afdeling perfect aanvoelen. Enerzijds is het jammer dat een ploeg als Petegem, die al jaren mee aan de top van de reeks speelt, niet wil promoveren. Anderzijds denk ik dat heel wat spelers daar ook niet voor staan te springen. Want een reeks hoger spelen betekent allicht ook een dag meer trainen, verdere verplaatsingen en vermoedelijk zullen de premies ook wel een rol spelen”, zegt Van Walle met een knipoog.

Totaalplaatje

Zelf heeft de Gentenaar zijn transfer van FC Knokke naar Lokeren-Temse tijdens de wintermercato nog geen seconde beklaagd. “Ik voelde me hier vanaf de eerste minuut thuis. Dat gevoel is de voorbije acht weken alleen maar sterker geworden. Zowel bij Deinze als bij Knokke speelden we vaak maar voor enkele honderden toeschouwers. Enkel bij Deinze had je een echte harde kern, bij Knokke was zelfs dat er niet. Wat een verschil dus met wat ik hier in Lokeren aantref. Thuiswedstrijden met steeds minstens tweeduizend fans en ook op verplaatsing zijn er steeds honderden supporters mee. Voor mij is dat belangrijk. Voetbal is meer dan enkel het spelletje op het veld. Het totaalplaatje is belangrijk. Ik wil ook na de match nog een praatje kunnen slaan met de fans. Zij maken ook deel uit van de club.”

Sportief loopt het intussen ook op wieltjes. Sinds de komst van Van Walle en Kompany pakte Lokeren-Temse achttien op achttien en incasseerde het slechts een schaars aantal tegendoelpunten. “Maar ik wil die verdienste zeker niet op mijn conto schrijven. Ik denk dat zowel ik als François ons steentje bijdragen en dat we met onze ervaring de rest wel mee hebben kunnen aansturen”, verduidelijkt Van Walle.

Enige minpuntje

Er blijven nog elf wedstrijden te gaan. “Dat betekent dat er dus ook nog 33 punten te winnen zijn. De buit is dus nog lang niet binnen. Er heeft nog niemand in zijn agenda gekeken om uit te rekenen wanneer we kampioen zouden kunnen worden. Maar als het aan mij ligt, dan liefst zo snel mogelijk en dus moeten we de lijn van de voorbije weken gewoon doortrekken. Wedstrijden winnen en het onszelf niet moeilijk maken. Niet zoals vorige week in Torhout toen we bij een 0-2-stand dachten de schaapjes op het droge te hebben. Voor mij is de buit pas binnen als je drie doelpunten voor staat. We hebben vorige week nagelaten op dat derde doelpunt te jagen. Maar dat is dan ook het enige minpuntje dat ik de voorbije twee maanden heb gezien.”