Ontdek hier het parcours van Milaan-Sanremo 2023: de langste klassieker van allemaal, met nieuwe start maar beproefde finale

Milaan-Sanremo mag dan wel één van de moeilijkste koersen zijn om te winnen, het parcours beschrijven is dat niet. De langste klassieker van allemaal mag dan wel een andere startplaats hebben, daarna volgt ook in 2023 het klassieke verloop met een lange, vlakke aanloop richting en langs de kust, om dan te ontploffen in de finale met de Cipressa en de Poggio. Vooral die laatste klim én afdaling is allesbepalend voor de legendarische aankomst op de Via Roma in Sanremo.

Michiel Verheirstraeten

114e editie van Milaan-Sanremo

Start: op zaterdag 18 maart, om 9u55 in Abbiategrasso

Aankomst: omstreeks 16u50 op de Via Roma in Sanremo

Afstand: 294 kilometer

Géén start in Milaan, Passo del Turchino eerste ijkpunt

De 114e editie van Milaan-Sanremo start op 18 maart niet vanuit Milaan. De Italiaanse openingsklassieker begit dit jaar in Abbiategrasso, dat op zo’n 25 km van de Noord-Italiaanse stad is gelegen. Na ongeveer 30 km langs de rivier de Ticino komt het peloton in Pavia op de originele wegen terecht, die leiden naar de traditionele hoogtepunten.

Het eerste ijkpunt in La Primavera is ook deze keer iets voor Genua de vorig jaar teruggekeerde Passo del Turchino, halfweg koer . Deze geleidelijke klim (in totaal 8,4 km aan 5,1% gemiddeld en 9,3% maximaal) is nog zelden van invloed op het koersverloop, met nog zo’n 150 kilometer tot de finish.

Van daaruit gaat het westwaarts langs de Ligurische kust, waar vooral mooie plaatjes kunnen worden genomen van het peloton maar waar het nog steeds wachten is op de finale om de koers open te breken.

Van de Capi naar Cipressa en Poggio

Die finale wordt ingeluid op zo’n 50 km van de streep, met de eerste van drie ‘Capi’ of korte, hellinkjes voorbij die magische grens van 200 kilometer waar meteen duidelijk wordt wie na het kilometersmalen (want dat is het tot hier, niets meer maar zeker ook niets minder) bergop nog jus in de benen heeft. De Capo Mele, Capo Cervo en Capo Berta zijn elk tussen de 2,5 en 3 kilometer lang en vormen op zich geen enkel probleem met nooit grote stijgingspercentages, maar door de korte opeenvolging (op een afstand 13 kilometer) en in de laatste klim toch enkele stroken tot 10% weten de renners vaak meteen hoe laat het is. Zeker omdat het tempo hier vaak al verschroeiend hoog ligt: de kopmannen moeten immers in stelling worden gebracht en het eerste kaf moet van het koren worden gescheiden met nog amper 15 kilometer richting de beruchte Cipressa.

De Cipressa is iets meer dan 5,6 km lang, maar zeker niet onoverkomelijk met een stijgingspercentage van 4,1%. De laatste jaren ligt het tempo hier zo hoog dat niemand van de favorieten er wil, kan of durft weg te springen. Al weet je dezer dagen nooit: is er toch iemand die het aandurft om hier al weg te springen...? De helling is hoe dan ook vaak wél cruciaal voor de pure sprinters: wie hier al moeite heeft om aan te klampen, weet meteen hoe laat het is. Het steilste stuk van deze klim, net voorbij halfweg, is daarbij cruciaal: de ploegen van de klimmers trekken hier fors door om voor de schifting te zorgen. Van op de top is het nog 21,6 kilometer tot de finish maar de veeleisende afdaling is haast even doorslaggevend als de klim op zich.

Alles of niets op de Poggio (bergop óf bergaf)

Op 9 kilometer van de streep volgt dan de laatste en belangrijkste beklimming van de dag: de Poggio di Sanremo. 3,7 kilometer lang met een gemiddeld stijgingspercentage van nog geen 4% en maximaal 8%. Een loper dus opnieuw, die op training voor de wielerprof geen enkel noemenswaardig probleem volgt. Maar... dat wordt een ander verhaal na zes uur koers en aan een gemiddelde topsnelheid van net geen 40 km/u!

De weg begint met vier haarspeldbochten in de eerste twee kilometer, wordt steeds smaller naar boven toe met het steilste stuk vlak voor de top. Maar wie hier als eerste bovenkomt is nog lang niet zegezeker, ook al heeft hij enige voorsprong. Op de top is het nog amper 5,5 kilometer koers maar de afdaling is even cruciaal met een opeenvolging van venijnige (haarspeld)bochten, waarna de renners aan een rotvaart het centrum van Sanremo induiken.

Vorig jaar rukte Matej Mohoric zich - mede dankzij zijn beruchte ‘dropper post’ - in de afdaling van de Poggio los van de rest van de favorietengroep en zong het uit tot op de streep. De manier waarop was zeer spraakmakend: de Sloveens waaghals nam enorm veel risico’s in de afdaling en belandde zelfs eens in de goot.

Hier staat ingevoegde content uit een social media netwerk dat cookies wil schrijven of uitlezen. U heeft hiervoor geen toestemming gegeven.

De laatste twee kilometer gaan over lange, rechte wegen de stad in. Mits een goede samenwerking kan een groepje hier nog altijd een scheve situatie rechtzetten, bij de minste twijfel kan de vluchter daarvan profiteren.

Op 850 meter ligt nog een rotonde en op 750 meter volgt enkel nog een laatste bocht naar rechts, richting finishlijn op de iconische Via Roma.

Belangrijkste passages:

om 9u55: start in Abbiategrasso

omstreeks 13u31: Passo del Turchino (8,4 km aan 5,1% gemiddeld en 9,3% maximaal)

omstreeks 15u38: Capo Mele (1,8 km aan 3,9% gem. en 8,1% max.)

omstreeks 15u44: Capo Cervo (2,5 km aan 4,1% gem. en 5% max.)

omstreeks: 15u56: Capo Berta (0,3 km aan 4,3% gem. en 8% max.)

omstreeks 16u23: Cipressa (5,6 km aan 4,1% gem. en 7% max.)

omstreeks 16u38: Poggio (3,7 km aan 3,5% gem. en 6% max.)

omstreeks 16u50: aankomst op de Via Roma in Sanremo

LEES OOK.Onze man reed de mythische Poggio op: “Een molshoop met kapsones”

Aangeboden door onze partners