Ontdek hier het volledige parcours van de Giro 2023, met drie tijdritten maar ook heel wat klimwerk en moordende slotweek

Remco Evenepoel en Primoz Roglic worden naar voor geschoven als de grootste favorieten voor de Giro 2023: waarom? De eindwinnaar zal goed tegen de klok kunnen rijden én mag geen moeite hebben met een zware beklimming, want in het veeleisende parcours zit deze keer echt alles: explosieve aankomsten, hooggebergte, lange ritten in lijn en… drie tijdritten. Iets voor grote motoren als Evenepoel en Roglic, dus. Ontdek hier alle etappes!

Michiel Verheirstraeten en Hugo Coorevits

106e Giro d’Italia

Start: op zaterdag 6 mei in Ortona

Einde: op zondag 28 mei in Rome

Aantal sprintetappes: maximaal 6

Aantal tijdritten: 3

Aantal bergetappes: 7

Totaal aantal kilometers: 3.448,6

Gemiddelde afstand per rit: 166,2 km

Totaal aantal hoogtemeters: 51.300

Het parcours van de 106e editie van de Giro d’Italia is heel traditioneel van opbouw. Op een uitstapje naar Crans Montana in Zwitserland na, blijft alles binnen De Laars. Op dag één krijgen we meteen een eerste duel voor het roze tussen de tijdrijders. Met in totaal net geen 70 kilometer tegen de chrono, verspreid over drie tijdritten, wordt verwacht dat tijdritspecialisten in deze ganse Giro een kloof van zo’n vijf minuten kunnen slaan met de pure klimmers.

De sprinters krijgen in deze Giro hoogstens een zestal kansen. Dat is op de eerste zondag naar San Salvo, eventueel in de tiende etappe naar Viareggio, in de elfde rit naar Tortona, op de veertiende koersdag naar Cassano Magnago, in de zeventiende etappe naar Caorle en uiteindelijk in het slotcriterium in Rome, waar de Giro voor het eerst in vijf jaar finisht.

Niet minder dan zeven keer eindigt deze Giro op een bergtop. Het begint al op de eerste dinsdag met de Colle Mollela in Lago Lacena. De Gran Sasso d’Italia, Crans Montana, Monte Bondone, Val di Zoldo, Tre Cime di Lavaredo en Monte Lussari zijn de andere finishplaatsen waar het tot de streep klimmen is. Het peloton krijgt ook zeven kanjers van boven de 2.000 meter op het menu. Met de Gran Sasso d’Italia (2.135 meter) komt de eerste zware klim al op dag zeven. Daarna is het wachten tot de dertiende rit waarin we met de Col du Grand Saint-Bernard (2.469 meter) en de Croix de Coeur (2.174 meter) richting Crans Montana onderweg twee keer boven de 2.000 meter gaan. Daags nadien is de Simplonpas (2.004 meter) het enige groot obstakel van de dag.

We onthouden vooral dat de slotweek in de Dolomieten moordend zwaar is. Na de laatste rustdag is er meteen Monte Bondone, een etappe met 5.200 hoogtemeters. Dat is al lastiger dan Crans Montana van de eerste Girohelft, maar nog niets in vergelijking met de koninginnenrit op de laatste vrijdag naar de Tre Cime di Lavaredo: over vijf bergtoppen naar 5.400 hoogtemeters in 182 kilometer. Wie daarna nog wat over heeft, kan daags nadien uitpakken in de klimtijdrit. Doseren en nog eens doseren wordt de opdracht van wereldkampioen Remco Evenepoel.

Rit 1: tijdrit **

Zaterdag 6 mei

Fossacesia Marina - Ortona

19,6 km

De tijdrit wordt bijna volledig over de Ciclovia dei Trabocchi gereden, een fietspad dat is aangelegd vanaf de voormalige ‘Ferrovia Adriatica’-spoorlijn. De route begint vlak langs de kust, met mooie uitzichten op de trabocchi (traditionele vissershutten), helemaal tot aan de haven van Ortona. Vanaf hier stijgt de weg de laatste 1.300 meter gemiddeld vijf procent.

Rit 2: sprintetappe *

Zondag 7 mei

Teramo - San Salvo

201 km

Vanuit het hinterland rond Teramo passeert het peloton langs enkele populaire fietslocaties uit de Tirreno-Adriatico (zoals Colonnella, Tortoreto en Alba Adriatica) richting de kust en gaat het enkel halfweg koers weer even landinwaarts om de beklimmingen naar Silvi Paese, Chieti en Ripa Teatina mee te nemen. Nadien wordt weer de kustlijn gevolgd richting finish in San Salvo Marina, waar een sprint wordt verwacht.

Rit 3: overgangsetappe ***

Maandag 8 mei

Vasto - Melfi

216 km

De etappe van vandaag is verdeeld in twee delen: het begint perfect vlak en volgt de Adriatische kust en de vlaktes van Foggia, maar in het slot doorkruist de route het Monte Vulture-massief langs de meren van Monticchio met twee kleine klimmetjes. De laatste 30 kilometer daalt het weer richting Rionero en Rapolla, voor de oplopende aankomst in Melfi.

Rit 4: overgangsetappe ***

Dinsdag 9 mei

Venosa - Lago Laceno

175 km

Deze eerste etappe over de Apennijnen bestaat uit een reeks beklimmingen, goed voor in totaal 3.500 hoogtemeters. Het is een constante opeenvolging van hellingen, zonder adempauze. De twee beklimmingen halfweg koers zijn lang, telkens ongeveer 20 km, maar het zijn “lopers” met stijgingspercentages van 4-5%. De laatste beklimming naar Colle Molella is uitdagender, met in het tweede deel ongeveer drie kilometer aan een stijgingspercentage van 10% en een piek van 12%. De top van de klim ligt vier kilometer voor de finish.

Rit 5: sprintetappe **

Woensdag 10 mei

Atripalda - Salerno

171 km

De vlakke finale van deze etappe zal hoogstwaarschijnlijk een ding voor de sprinters zijn. Hoogstwaarschijnlijk, want er wachten onderweg wel enkele uitdagende hellingen, zoals de Passo Serra op slechts 13 kilometer na de start. Maar de finale gaat na Oliveto Citra weer bergafwaarts langs de Tyrreense Zee, helemaal tot aan de finish in Salerno.

Rit 6: sprintetappe **

Donderdag 11 mei

Napoli - Napoli

162 km

Een korte en intense etappe, met start en aankomst in Napels. De organisatie passeert deze keer ten noorden van de Vesuvius, waarna een opeenvolging van golvende, kronkelende wegen wacht met onderweg twee officiële beklimmingen. Vanaf Pompei is het rechtdoor terug naar de kust in Napels, waar we toch weer een sprint mogen verwachten, weliswaar van een uitgedund peloton.

Rit 7: bergetappe ****

Vrijdag 12 mei

Capua - Gran Sasso d’Italia (Campo Imperatore)

218 km

De eerste echte bergetappe van deze Giro: een lange en glooiende etappe, met een lange slotklim als apotheose. Na een lange opwarming gaat het omhoog naar Roccaraso en de Piano delle Cinque Miglia, gevolgd door een lange afdaling naar de voet van de Gran Sasso . De weg naar Campo Imperatore stijgt bijna eindeloos 45 kilometer lang, met halverwege de klim een vals-platte adempauze maar een venijnig slot met stukken tot 13%. Bergpunten liggen voor het grijpen in Calascio en bij de finish. De meest recente etappefinish Campo Imperatore was in 2018, toen de overwinning naar Simon Yates ging.

Rit 8: overgangsetappe ***

Zaterdag 13 mei

Terni - Fossombrone

207 km

Opnieuw een etappe in twee delen. De eerste 150 kilometer golft het zonder noemenswaardige hindernissen, maar vrijwel alle hoogtemeters van deze etappe (2.500 meter) zitten in de laatste 60 km gepropt met drie venijnige beklimmingen: twee keer de ‘salita dei Cappuccini’ (ongeveer 3 km met maximale stijgingspercentages van 19%) en eenmaal de Monte delle Cesane (ongeveer 7 km met maximale hellingpercentages van 18%). De top van de laatste beklimming ligt op zo’n 5 km van de finish en kan als ‘springplank’ dienen.

Rit 9: tijdrit ****

Zondag 14 mei

Savignano sul Rubicone - Cesena

35,0 km

De tweede tijdrit is biljartvlak en 35 kilometer lang, met lange stukken rechte wegen en slechts een dozijn bochten. De finale loopt door het centrum van Cesena en eindigt aan Technogym Village, een zogeheten “Welness Campus” opgericht in 2012 door de Italiaanse fabrikant van fitnessapparatuur.

Rustdag

Maandag 15 mei

Omdat de start in de Abruzzen is en de finish in Rome zijn er dit jaar maar twee rustdagen, al staan er tussendoor wel heel wat transfers op de agenda.

Rit 10: sprintetappe **

Dinsdag 16 mei

Scandiano - Viareggio

196 km

De etappe van vandaag wordt door de organisatie als een sprintetappe bestempeld maar aangezien de eerste 100 kilometer verre van vlak zijn, zullen de sprintersploegen de nodige moeite hebben om alles bij elkaar te houden en hun snelle mannen over de beklimmingen te loodsen. De route passeert de Passo delle Radici en bereikt Toscane na een glooiende aanloop van meer dan 80 km. Na een lange afdaling naar Castelnuovo Garfagnana, gaat het nog een laatste keer ven omhoog naar Monteperpoli. De laatste 70 km zijn voorts echter zo goed als vlak en leiden helemaal tot aan de kust in Viareggio voor de eindsprint.

Rit 11: sprintetappe **

Woensdag 17 mei

Camaiore - Tortona

219 km

Deze etappe leent zich zo mogelijk nog beter voor een massasprint, ondanks enkele kleine heuveltjes onderweg langs de kustlijn. Voor Genua gaat het landinwaarts in noordelijke richting, met de laatste 30 kilometer op rechte banen en licht bergafwaarts tot aan de finish in Tortona.

Rit 12: overgangsetappe ***

Donderdag 18 mei

Bra - Rivoli

179 km

Vandaag wacht een afwisselend parcours met vlakke stukken, glooiende wegen en zelfs enkele echte beklimmingen. Vanuit Bra gaat het op-en-af tot aan Baldissero d’Alba, waarna bijna 60 vlakke kilometers over de Po-vlakte wachten richting eerste passage aan de finishlijn Rivoli. In een plaatselijke lus wacht echter nog de uitdagende beklimming van de Colle Braida, waarna het via 20 golvende kilometers richting aankomst gaat.

Rit 13: bergetappe *****

Vrijdag 19 mei

Borgofranco d’Ivrea - Crans Montana

207 km

De tweede, officiële bergetappe van deze Giro, en wat voor één! Het begin is nog relatief vlak, maar na zestig kilometer is het gedaan met de rust. Eerst is er de lange (34 km) maar niet zo zware klim naar de Colle del Gran San Bernardo, met 2.469 meter het hoogste punt of ‘ Cima Coppi’ van deze Giro. Daarna volgt een even lange afdaling, waarna de Croix de Coeur opdoemt: 15 km met een hoogteverschil van 1350 m, en een steil slot tot 13% op een hoogte van meer dan 2.000 meter. Na alweer een afdaling van 22 km blijft het even vlak, tot aan de laatste klim naar Crans Montana: 13,1 km lang aan 7,2% gemiddeld met een fel begin (13%) maar een korte uitloper in de slotkilometer.

Rit 14: sprintetappe **

Zaterdag 20 mei

Sierre - Cassano Magnago

193 km

Een echte sprintetappe met slechts één horde in het begin, de Passo del Sempione of Simplonpass(2.005 m) in Zwitserland. Zo’n vroege klim kan leiden tot verschillende scenario’s, zoals een succesvolle ontsnapping waarbij het peloton bergafwaarts en over vlakke wegen achtervolgt over de 140 resterende kilometer terug naar Italiaanse bodem. De laatste 100 km gaat het ook over rechte en snelle wegen, enkel wat bochten en oneffenheden in de laatste 20 kilometer kunnen het de teams nog lastig maken in de aanloop naar de sprint.

Rit 15: bergetappe ****

Zondag 21 mei

Seregno - Bergamo

195 km

Een bergetappe, want ondanks de vlakke tussenstukken mogen we rekening houden met aanvallen in overvloed op de uitnodigende beklimmingen. Na amper 25 kilometer wacht de lastige klim naar Valcava. Na een eerste passage door Bergamo (weliswaar niet over de finishlijn) gaat het via haarspeldbochten helemaal naar Selvino, waarna het terug bergafwaarts naar Bergamo gaat om de finishlijn te passeren en nog een laatste lus te maken over de lastige Roncola Alta (9,4km aan 6,6 % maar in het begin een stuk tot 17%), met de top op een kleine 30 kilometer van de finish. De finale werd eerder al in heel wat edities van de Ronde van Lombardije gereden.

Rustdag

Maandag 22 mei

Daags voor de belangrijke bergetappe naar Monte Bondone krijgen de renners een dagje respijt.

Rit 16: bergetappe *****

Dinsdag 23 mei

Sabbio Chiese - Monte Bondone

203 km

De loodzware slotweek begint met een knaller, met vandaag meteen 5.200 te bedwingen hoogtemeters. Straf, zeker als je weet dat het eerste deel van de etappe langs de westelijke oever van het Gardameer loopt, helemaal tot aan Riva del Garda (Trentino). Vanaf dan valt het echter niet meer stil. Meteen na het beklimmen van de Passo di Santa Barbara (eerste categorie, gemiddeld 10%) en de Passo di Bordala gaat het over Matassone en Serrada, twee hellingen van tweede categorie. Na een technische afdaling naar Calliano en een vlak stukje van zo’n 10 kilometer wacht de loodzware slotklim. De Monte Bondone wordt vanuit Aldeno beklommen: een onregelmatige klim van 21,5 kilometer en maximale stijgingspercentages van 15%. De finish ligt iets voorbij Viote en naar het einde toe buigt de klim wat af.

Rit 17: sprintetappe *

Woensdag 24 mei

Pergine Valsugana - Caorle

195 km

Het moet al vreemd lopen als we vandaag geen massasprint krijgen: het parcours loopt immers bergafwaarts, zonder één enkele beklimming. Na een lange rit door de Venetiaanse vlakte over brede en rechte wegen, volgt het peloton de kust tot aan de eindsprint in Caorle .

Rit 18: overgangsetappe ****

Donderdag 25 mei

Oderzo - Val di Zoldo

161 km

Een korte maar intense en verraderlijk etappe, op relatief lage hoogte. Een paar kilometer na de start wacht meteen de zware Passo la Crosetta. Het peloton doorkruist daarna de Alpago-regio tot aan de Piave-vallei, waarna het via opeenvolgende beklimmingen naar Forcella Cibiana en Forno en Coi gaat. Vooral die laatste klim is een kuitenbijter: bijna 4 km aan meer dan 10%, met pieken van 19%... De finish ligt op 5 km van de top, met eerst een korte afdaling om dan weer 2,5 kilometer omhoog te gaan tot aan de aankomst Palafavera.

Rit 19: de koninginnenetappe *****

Vrijdag 26 mei

Longarone - Tre Cime di Lavaredo

183 km

De koninginnenrit in de Dolomieten is bijzonder copieus: eerst een voorgerechtje dat onder de 2.000 metergrens blijft en dan achtereenvolgens de Valparola (2.196 meter), de Giau (2.233 meter, aan 10% gemiddeld) en de Tre Cime di Lavaredo (2.405 meter, met stukken tot 18%). Een mythische col die tien jaar geleden voor het laatst werd beklommen en die in 1968 al in de geschiedenis van de Giro werd opgenomen toen Eddy Merckx er de basis legde voor zijn eerste van vijf eindzeges. Het perfecte decor om geschiedenis te schrijven, moordend voor de rest.

Rit 20: klimtijdrit *****

Zaterdag 27 mei

Tarvisio - Monte Lussari

18,6 km

Op de voorlaatste dag krijgen de renners nog een uitdagende klimtijdrit voorgeschoteld van Tarvisio naar Monte Lussari, waarbij eerst de snelheid kan worden opgebouwd maar het in de laatste 7,2 kilometer gemiddeld 12 procent omhoog gaat. Als toetje volgt een strookje van 22 procent. Het is een van de vele nooit eerder aangedane finishplaatsen in deze Giro, en meteen allesbeslissend.

Rit 21: sprintetappe *

Zondag 28 mei

Rome - Rome

135 km

‘Il gran finale’ in Rome is er eentje voor de sprinters. Vanaf het EUR-district rijdt het peloton helemaal naar Ostia en terug, alvorens ze het plaatselijk circuit van 17,6 km aandoen, een toertje in het centrum dat ze vijf keer afleggen en passeert langs de toeristische trekpleisters van de stad. De secties met sanpietrini-stenen (ook wel Romeinse keitjes genoemd) zijn erg kort en in goede staat, alleen tijdens de passage van Villa Borghese gaat het kort en steil omhoog, voorts zijn de meeste wegen breed en goed geasfalteerd.

Aangeboden door onze partners