Ontdek hier het volledige parcours van de Giro 2023, met drie tijdritten maar ook heel wat klimwerk en moordende slotweek
Remco Evenepoel en Primoz Roglic worden naar voor geschoven als de grootste favorieten voor de Giro 2023: waarom? De eindwinnaar zal goed tegen de klok kunnen rijden én mag geen moeite hebben met een zware beklimming, want in het veeleisende parcours zit deze keer echt alles: explosieve aankomsten, hooggebergte, lange ritten in lijn en… drie tijdritten. Iets voor grote motoren als Evenepoel en Roglic, dus. Ontdek hier alle etappes!
106e Giro d’Italia
Start: op zaterdag 6 mei in Ortona
Einde: op zondag 28 mei in Rome
Aantal sprintetappes: maximaal 6
Aantal tijdritten: 3
Aantal bergetappes: 7
Totaal aantal kilometers: 3.448,6
Gemiddelde afstand per rit: 166,2 km
Totaal aantal hoogtemeters: 51.300
Het parcours van de 106e editie van de Giro d’Italia is heel traditioneel van opbouw. Op een uitstapje naar Crans Montana in Zwitserland na, blijft alles binnen De Laars. Op dag één krijgen we meteen een eerste duel voor het roze tussen de tijdrijders. Met in totaal net geen 70 kilometer tegen de chrono, verspreid over drie tijdritten, wordt verwacht dat tijdritspecialisten in deze ganse Giro een kloof van zo’n vijf minuten kunnen slaan met de pure klimmers.
De sprinters krijgen in deze Giro hoogstens een zestal kansen. Dat is op de eerste zondag naar San Salvo, eventueel in de tiende etappe naar Viareggio, in de elfde rit naar Tortona, op de veertiende koersdag naar Cassano Magnago, in de zeventiende etappe naar Caorle en uiteindelijk in het slotcriterium in Rome, waar de Giro voor het eerst in vijf jaar finisht.
Niet minder dan zeven keer eindigt deze Giro op een bergtop. Het begint al op de eerste dinsdag met de Colle Mollela in Lago Lacena. De Gran Sasso d’Italia, Crans Montana, Monte Bondone, Val di Zoldo, Tre Cime di Lavaredo en Monte Lussari zijn de andere finishplaatsen waar het tot de streep klimmen is. Het peloton krijgt ook zeven kanjers van boven de 2.000 meter op het menu. Met de Gran Sasso d’Italia (2.135 meter) komt de eerste zware klim al op dag zeven. Daarna is het wachten tot de dertiende rit waarin we met de Col du Grand Saint-Bernard (2.469 meter) en de Croix de Coeur (2.174 meter) richting Crans Montana onderweg twee keer boven de 2.000 meter gaan. Daags nadien is de Simplonpas (2.004 meter) het enige groot obstakel van de dag.
We onthouden vooral dat de slotweek in de Dolomieten moordend zwaar is. Na de laatste rustdag is er meteen Monte Bondone, een etappe met 5.200 hoogtemeters. Dat is al lastiger dan Crans Montana van de eerste Girohelft, maar nog niets in vergelijking met de koninginnenrit op de laatste vrijdag naar de Tre Cime di Lavaredo: over vijf bergtoppen naar 5.400 hoogtemeters in 182 kilometer. Wie daarna nog wat over heeft, kan daags nadien uitpakken in de klimtijdrit. Doseren en nog eens doseren wordt de opdracht van wereldkampioen Remco Evenepoel.
Rit 1: tijdrit **
Zaterdag 6 mei
Fossacesia Marina - Ortona
19,6 km
De tijdrit wordt bijna volledig over de Ciclovia dei Trabocchi gereden, een fietspad dat is aangelegd vanaf de voormalige ‘Ferrovia Adriatica’-spoorlijn. De route begint vlak langs de kust, met mooie uitzichten op de trabocchi (traditionele vissershutten), helemaal tot aan de haven van Ortona. Vanaf hier stijgt de weg de laatste 1.300 meter gemiddeld vijf procent.
Rit 2: sprintetappe *
Zondag 7 mei
Teramo - San Salvo
201 km
Vanuit het hinterland rond Teramo passeert het peloton langs enkele populaire fietslocaties uit de Tirreno-Adriatico (zoals Colonnella, Tortoreto en Alba Adriatica) richting de kust en gaat het enkel halfweg koers weer even landinwaarts om de beklimmingen naar Silvi Paese, Chieti en Ripa Teatina mee te nemen. Nadien wordt weer de kustlijn gevolgd richting finish in San Salvo Marina, waar een sprint wordt verwacht.
Rit 3: overgangsetappe ***
Maandag 8 mei
Vasto - Melfi
216 km
De etappe van vandaag is verdeeld in twee delen: het begint perfect vlak en volgt de Adriatische kust en de vlaktes van Foggia, maar in het slot doorkruist de route het Monte Vulture-massief langs de meren van Monticchio met twee kleine klimmetjes. De laatste 30 kilometer daalt het weer richting Rionero en Rapolla, voor de oplopende aankomst in Melfi.
Rit 4: overgangsetappe ***
Dinsdag 9 mei
Venosa - Lago Laceno
175 km
Deze eerste etappe over de Apennijnen bestaat uit een reeks beklimmingen, goed voor in totaal 3.500 hoogtemeters. Het is een constante opeenvolging van hellingen, zonder adempauze. De twee beklimmingen halfweg koers zijn lang, telkens ongeveer 20 km, maar het zijn “lopers” met stijgingspercentages van 4-5%. De laatste beklimming naar Colle Molella is uitdagender, met in het tweede deel ongeveer drie kilometer aan een stijgingspercentage van 10% en een piek van 12%. De top van de klim ligt vier kilometer voor de finish.
Rit 5: sprintetappe **
Woensdag 10 mei
Atripalda - Salerno
171 km
De vlakke finale van deze etappe zal hoogstwaarschijnlijk een ding voor de sprinters zijn. Hoogstwaarschijnlijk, want er wachten onderweg wel enkele uitdagende hellingen, zoals de Passo Serra op slechts 13 kilometer na de start. Maar de finale gaat na Oliveto Citra weer bergafwaarts langs de Tyrreense Zee, helemaal tot aan de finish in Salerno.
Rit 6: sprintetappe **
Donderdag 11 mei
Napoli - Napoli
162 km
Een korte en intense etappe, met start en aankomst in Napels. De organisatie passeert deze keer ten noorden van de Vesuvius, waarna een opeenvolging van golvende, kronkelende wegen wacht met onderweg twee officiële beklimmingen. Vanaf Pompei is het rechtdoor terug naar de kust in Napels, waar we toch weer een sprint mogen verwachten, weliswaar van een uitgedund peloton.
Rit 7: bergetappe ****
Vrijdag 12 mei
Capua - Gran Sasso d’Italia (Campo Imperatore)
218 km
De eerste echte bergetappe van deze Giro: een lange en glooiende etappe, met een lange slotklim als apotheose. Na een lange opwarming gaat het omhoog naar Roccaraso en de Piano delle Cinque Miglia, gevolgd door een lange afdaling naar de voet van de Gran Sasso . De weg naar Campo Imperatore stijgt bijna eindeloos 45 kilometer lang, met halverwege de klim een vals-platte adempauze maar een venijnig slot met stukken tot 13%. Bergpunten liggen voor het grijpen in Calascio en bij de finish. De meest recente etappefinish Campo Imperatore was in 2018, toen de overwinning naar Simon Yates ging.
Rit 8: overgangsetappe ***
Zaterdag 13 mei
Terni - Fossombrone
207 km
Opnieuw een etappe in twee delen. De eerste 150 kilometer golft het zonder noemenswaardige hindernissen, maar vrijwel alle hoogtemeters van deze etappe (2.500 meter) zitten in de laatste 60 km gepropt met drie venijnige beklimmingen: twee keer de ‘salita dei Cappuccini’ (ongeveer 3 km met maximale stijgingspercentages van 19%) en eenmaal de Monte delle Cesane (ongeveer 7 km met maximale hellingpercentages van 18%). De top van de laatste beklimming ligt op zo’n 5 km van de finish en kan als ‘springplank’ dienen.
Rit 9: tijdrit ****
Zondag 14 mei
Savignano sul Rubicone - Cesena
35,0 km
De tweede tijdrit is biljartvlak en 35 kilometer lang, met lange stukken rechte wegen en slechts een dozijn bochten. De finale loopt door het centrum van Cesena en eindigt aan Technogym Village, een zogeheten “Welness Campus” opgericht in 2012 door de Italiaanse fabrikant van fitnessapparatuur.
Rustdag
Maandag 15 mei
Omdat de start in de Abruzzen is en de finish in Rome zijn er dit jaar maar twee rustdagen, al staan er tussendoor wel heel wat transfers op de agenda.
Rit 10: sprintetappe **
Dinsdag 16 mei
Scandiano - Viareggio
196 km
De etappe van vandaag wordt door de organisatie als een sprintetappe bestempeld maar aangezien de eerste 100 kilometer verre van vlak zijn, zullen de sprintersploegen de nodige moeite hebben om alles bij elkaar te houden en hun snelle mannen over de beklimmingen te loodsen. De route passeert de Passo delle Radici en bereikt Toscane na een glooiende aanloop van meer dan 80 km. Na een lange afdaling naar Castelnuovo Garfagnana, gaat het nog een laatste keer ven omhoog naar Monteperpoli. De laatste 70 km zijn voorts echter zo goed als vlak en leiden helemaal tot aan de kust in Viareggio voor de eindsprint.
Rit 11: sprintetappe **
Woensdag 17 mei
Camaiore - Tortona
219 km
Deze etappe leent zich zo mogelijk nog beter voor een massasprint, ondanks enkele kleine heuveltjes onderweg langs de kustlijn. Voor Genua gaat het landinwaarts in noordelijke richting, met de laatste 30 kilometer op rechte banen en licht bergafwaarts tot aan de finish in Tortona.
Rit 12: overgangsetappe ***
Donderdag 18 mei
Bra - Rivoli
179 km
Vandaag wacht een afwisselend parcours met vlakke stukken, glooiende wegen en zelfs enkele echte beklimmingen. Vanuit Bra gaat het op-en-af tot aan Baldissero d’Alba, waarna bijna 60 vlakke kilometers over de Po-vlakte wachten richting eerste passage aan de finishlijn Rivoli. In een plaatselijke lus wacht echter nog de uitdagende beklimming van de Colle Braida, waarna het via 20 golvende kilometers richting aankomst gaat.
Rit 13: bergetappe *****
Vrijdag 19 mei
Borgofranco d’Ivrea - Crans Montana
207 km
De tweede, officiële bergetappe van deze Giro, en wat voor één! Het begin is nog relatief vlak, maar na zestig kilometer is het gedaan met de rust. Eerst is er de lange (34 km) maar niet zo zware klim naar de Colle del Gran San Bernardo, met 2.469 meter het hoogste punt of ‘ Cima Coppi’ van deze Giro. Daarna volgt een even lange afdaling, waarna de Croix de Coeur opdoemt: 15 km met een hoogteverschil van 1350 m, en een steil slot tot 13% op een hoogte van meer dan 2.000 meter. Na alweer een afdaling van 22 km blijft het even vlak, tot aan de laatste klim naar Crans Montana: 13,1 km lang aan 7,2% gemiddeld met een fel begin (13%) maar een korte uitloper in de slotkilometer.
Rit 14: sprintetappe **
Zaterdag 20 mei
Sierre - Cassano Magnago
193 km
Een echte sprintetappe met slechts één horde in het begin, de Passo del Sempione of Simplonpass(2.005 m) in Zwitserland. Zo’n vroege klim kan leiden tot verschillende scenario’s, zoals een succesvolle ontsnapping waarbij het peloton bergafwaarts en over vlakke wegen achtervolgt over de 140 resterende kilometer terug naar Italiaanse bodem. De laatste 100 km gaat het ook over rechte en snelle wegen, enkel wat bochten en oneffenheden in de laatste 20 kilometer kunnen het de teams nog lastig maken in de aanloop naar de sprint.
Rit 15: bergetappe ****
Zondag 21 mei
Seregno - Bergamo
195 km
Een bergetappe, want ondanks de vlakke tussenstukken mogen we rekening houden met aanvallen in overvloed op de uitnodigende beklimmingen. Na amper 25 kilometer wacht de lastige klim naar Valcava. Na een eerste passage door Bergamo (weliswaar niet over de finishlijn) gaat het via haarspeldbochten helemaal naar Selvino, waarna het terug bergafwaarts naar Bergamo gaat om de finishlijn te passeren en nog een laatste lus te maken over de lastige Roncola Alta (9,4km aan 6,6 % maar in het begin een stuk tot 17%), met de top op een kleine 30 kilometer van de finish. De finale werd eerder al in heel wat edities van de Ronde van Lombardije gereden.
Rustdag
Maandag 22 mei
Daags voor de belangrijke bergetappe naar Monte Bondone krijgen de renners een dagje respijt.
Rit 16: bergetappe *****
Dinsdag 23 mei
Sabbio Chiese - Monte Bondone
203 km
De loodzware slotweek begint met een knaller, met vandaag meteen 5.200 te bedwingen hoogtemeters. Straf, zeker als je weet dat het eerste deel van de etappe langs de westelijke oever van het Gardameer loopt, helemaal tot aan Riva del Garda (Trentino). Vanaf dan valt het echter niet meer stil. Meteen na het beklimmen van de Passo di Santa Barbara (eerste categorie, gemiddeld 10%) en de Passo di Bordala gaat het over Matassone en Serrada, twee hellingen van tweede categorie. Na een technische afdaling naar Calliano en een vlak stukje van zo’n 10 kilometer wacht de loodzware slotklim. De Monte Bondone wordt vanuit Aldeno beklommen: een onregelmatige klim van 21,5 kilometer en maximale stijgingspercentages van 15%. De finish ligt iets voorbij Viote en naar het einde toe buigt de klim wat af.
Rit 17: sprintetappe *
Woensdag 24 mei
Pergine Valsugana - Caorle
195 km
Het moet al vreemd lopen als we vandaag geen massasprint krijgen: het parcours loopt immers bergafwaarts, zonder één enkele beklimming. Na een lange rit door de Venetiaanse vlakte over brede en rechte wegen, volgt het peloton de kust tot aan de eindsprint in Caorle .
Rit 18: overgangsetappe ****
Donderdag 25 mei
Oderzo - Val di Zoldo
161 km
Een korte maar intense en verraderlijk etappe, op relatief lage hoogte. Een paar kilometer na de start wacht meteen de zware Passo la Crosetta. Het peloton doorkruist daarna de Alpago-regio tot aan de Piave-vallei, waarna het via opeenvolgende beklimmingen naar Forcella Cibiana en Forno en Coi gaat. Vooral die laatste klim is een kuitenbijter: bijna 4 km aan meer dan 10%, met pieken van 19%... De finish ligt op 5 km van de top, met eerst een korte afdaling om dan weer 2,5 kilometer omhoog te gaan tot aan de aankomst Palafavera.
Rit 19: de koninginnenetappe *****
Vrijdag 26 mei
Longarone - Tre Cime di Lavaredo
183 km
De koninginnenrit in de Dolomieten is bijzonder copieus: eerst een voorgerechtje dat onder de 2.000 metergrens blijft en dan achtereenvolgens de Valparola (2.196 meter), de Giau (2.233 meter, aan 10% gemiddeld) en de Tre Cime di Lavaredo (2.405 meter, met stukken tot 18%). Een mythische col die tien jaar geleden voor het laatst werd beklommen en die in 1968 al in de geschiedenis van de Giro werd opgenomen toen Eddy Merckx er de basis legde voor zijn eerste van vijf eindzeges. Het perfecte decor om geschiedenis te schrijven, moordend voor de rest.
Rit 20: klimtijdrit *****
Zaterdag 27 mei
Tarvisio - Monte Lussari
18,6 km
Op de voorlaatste dag krijgen de renners nog een uitdagende klimtijdrit voorgeschoteld van Tarvisio naar Monte Lussari, waarbij eerst de snelheid kan worden opgebouwd maar het in de laatste 7,2 kilometer gemiddeld 12 procent omhoog gaat. Als toetje volgt een strookje van 22 procent. Het is een van de vele nooit eerder aangedane finishplaatsen in deze Giro, en meteen allesbeslissend.
Rit 21: sprintetappe *
Zondag 28 mei
Rome - Rome
135 km
‘Il gran finale’ in Rome is er eentje voor de sprinters. Vanaf het EUR-district rijdt het peloton helemaal naar Ostia en terug, alvorens ze het plaatselijk circuit van 17,6 km aandoen, een toertje in het centrum dat ze vijf keer afleggen en passeert langs de toeristische trekpleisters van de stad. De secties met sanpietrini-stenen (ook wel Romeinse keitjes genoemd) zijn erg kort en in goede staat, alleen tijdens de passage van Villa Borghese gaat het kort en steil omhoog, voorts zijn de meeste wegen breed en goed geasfalteerd.
De verhalen achter dé vriendendiensten van de Giro: ruzie met mama voor redder van Roglic en de knuffel tussen Cavendish en Thomas
Terwijl Ilan Van Wilder terugblikt op bijzondere Giro, lijkt Remco Evenepoel te hinten op terugkeer: “We komen terug”
Canadees Derek Gee als eeuwige tweede verkozen tot de strijdlustigste renner van de Giro
Minister Van Quickenborne over Olivier Vandecasteele: “Ik vroeg hem hoe je zoiets in godsnaam volhoudt. Zijn antwoord: discipline”
Vlak voor eindmeet vallen nog twee BV’s af in ‘Special forces’
Sportleraar Jelle (40) komt om het leven bij motorongeval: “Hij laat zo een enorme leegte na”
Ex-wielrenster Jolien D’hoore (33) wordt voor het eerst mama: “We zijn in de wolken”
Sven Gatz haalt al dichtend uit naar betogers van Vlaams Belang in Brussel: “Beste gespuis”