Op 15 maart ging het conflict in Syrië zijn dertiende jaar in. Vooral in het noordwesten van het land gaan de vijandelijkheden onverminderd voort. “De rechten van kinderen worden nog steeds ernstig geschonden. Sinds het begin van het conflict zijn volgens gegevens van de VN bijna 13.000 kinderen in Syrië gedood of gewond geraakt. Kinderen leven nog steeds in angst voor aanvallen en ontheemding en de ondervoeding neemt toe”, aldus het VN-kinderfonds in het persbericht. 

Volgens schattingen zijn er in Syrië meer dan 609.900 kinderen onder de vijf jaar met een groeiachterstand. Die groeiachterstand is het gevolg van chronische ondervoeding en veroorzaakt onomkeerbare fysieke en mentale schade bij kinderen. Dit heeft gevolgen voor hun leervermogen, hun productiviteit en hun inkomen op latere leeftijd, luidt het. 

LEES OOK. VN-commissie: “Syrische regering en VN faalden in hulp aan getroffen Syriërs na aardbeving”

172 miljoen dollar nodig

Voor de aardbevingen hadden volgens Unicef 6,81 miljoen kinderen in Syrië basisgezondheidszorg nodig. “De recente cholera-uitbraak en de gevolgen van de bevingen zetten de al overbelaste openbare gezondheidsdiensten en de gezondheidszorg in het land nog meer onder druk”, zegt Unicef. Syrië telt naar schatting nog maar 20.000 artsen.

Vóór de aardbevingen was maar een deel van de humanitaire actie van 328,5 miljoen dollar voor kinderen dit jaar in Syrië veiliggesteld. Door de aardbevingen is de situatie nog dringender geworden. “Er is 172,7 miljoen dollar nodig om 5,4 miljoen mensen (waaronder 2,6 miljoen kinderen) die door de aardbeving zijn getroffen, onmiddellijk levensreddende hulp te bieden in Syrië.”