Al 22 gemeenten organiseerden ‘noodopvang’ na plotse sluiting kinderopvang

© Belga

De mogelijkheid om tijdelijke vervangcapaciteit te voorzien bij de sluiting van een kinderopvanglocatie is sinds de start van de maatregel door 22 verschillende gemeenten gebruikt. Dat blijkt uit cijfers van minister van Welzijn Hilde Crevits (CD&V). In 8 op de 10 gevallen werd de noodopvang georganiseerd in andere, al bestaande opvanglocaties in de buurt.

tgBron: BELGA

Wanneer een kinderopvang moet sluiten, moeten ouders vaak snel op zoek naar een andere oplossing. Om ouders en ook lokale besturen te helpen, nam Vlaams minister Crevits vorig jaar extra maatregelen, zoals de mogelijkheid om te voorzien in een tijdelijke vervangcapaciteit. Het lokale bestuur gaat in die gevallen mee op zoek naar andere kinderopvangorganisatoren in de buurt die bereid zijn en in aanmerking komen om extra kinderen op te vangen. 

Volgens minister Crevits blijkt nu uit een evaluatie dat de aanpak werkt. Zo hebben intussen 22 verschillende gemeenten de toestemming gekregen om tijdelijke vervangcapaciteit te organiseren. 64 verschillende organisatoren stelden zich kandidaat om bij te springen, daarvan kregen er na evaluatie 46 toestemming. “Bij 80 procent van de gevallen werd vervangcapaciteit georganiseerd in andere, reeds bestaande  vergunde kinderopvanglocaties in de buurt. In de andere gevallen werd op zoek gegaan naar een alternatieve locatie”, luidt het. 

De evaluatie bevat volgens de minister ook enkele verbeterpunten, “zoals de onvoorspelbaarheid van de duur van de vervangopvang bij schorsing, de kinderen die soms te vaak van opvang moeten veranderen en de nood aan meer duidelijkheid op de lange termijn”. Het agentschap Opgroeien krijgt de opdracht om het systeem nog te verbeteren waar het kan.

Aangeboden door onze partners