Het Hoofdstedelijk Atheneum Karel Buls in de Bonekruidlaan in Laken telt 45 leerkrachten en 286 leerlingen. Daarmee is het een van de kleinere scholen in het Brussels Gewest.

“Dat betekent dat de school in het eerste middelbaar slechts 60 instappers verwelkomt. Op die manier krijgen zij een individueel, zacht en warm onthaal”, vertelt Sandra De Nies, pedagogisch inspecteur-generaal van het Nederlandstalig onderwijs van de stad Brussel en voormalig directeur van het Hoofdstedelijk Atheneum Karel Buls.

Familiale karakter

“Door de kleinschaligheid kunnen leerlingen er individueler begeleid worden en tegelijkertijd kan er ook makkelijker contact gelegd worden met de basisschool als er bijkomende vragen zijn. Geen enkel kind is er ook een nummer en bij een slechte dag kan er sneller op gesprek gegaan worden met de bewuste leerling. In een kleinschalige school kan ook makkelijker het familiale karakter van de basisschool behouden worden.”

Door het beperkte lerarenkorps geven de leerkrachten dikwijls ook verschillende vakken in verschillende leerjaren. “Dikwijls krijgen de leerlingen over de jaren heen dezelfde leerkracht voor de klas. Die leerkracht kent zijn leerlingen daardoor ook beter en kan hen dan ook beter opvolgen. Op die manier kan hij ook sneller de talenten van zijn of haar leerlingen ontdekken en worden de leerlingen beter georiënteerd”, vertelt directeur Valerie De Peet.

Opendeurdagen

Volgens De Peet wordt de kleinschaligheid van het Hoofdstedelijk Atheneum Karel Buls tijdens de opendeurdagen ook in de verf gezet. “We heten niet voor niets de hartelijke school. Ook bij het lerarenkorps waken we erover dat zij de warmte en hartelijkheid naar onze leerlingen kunnen overbrengen. Vanuit die betrokkenheid kunnen zij dan ook makkelijker in gesprek gaan met de leerlingen.”

Nadelen

Soms heeft die kleinschaligheid ook nadelen. “Door het kleine lerarenkorps kunnen onze leraars elkaar minder aanspreken over de lesinhoud. Iedere leerkracht heeft dikwijls zijn unieke vak dat hij geeft. Als directie stimuleren we dan wel dat onze leerkrachten met collega’s van andere scholen in contact komen. Daarnaast hebben wij uiteraard ook niet alle ondersteuning die een grote school wel heeft en is er ook geen groot beleidsteam.”