Geriaters zijn het vaakst geconventioneerd, dermatologen het minst

Ongeveer 86 procent van alle artsen in België is geconventioneerd. Dat blijkt uit een overzicht van het Riziv dat deze krant opvroeg. Het percentage ligt in lijn met voorgaande jaren en toont dat er geen massale deconventionering is waarvoor begin dit jaar even gevreesd werd.

Anton Goegebeur

Een ruime meerderheid van de artsen houdt zich aan de tarieven die zijn vastgelegd met de ziekenfondsen. Die conventietarieven zijn er om patiënten te beschermen tegen onaangename financiële verrassingen na een doktersbezoek. Zorgverleners konden tot 15 december aangeven of ze die officiële tarieven volledig, gedeeltelijk of helemaal niet goedkeuren.

In januari stond het akkoord nog onder druk, nadat artsenvakbond BVAS ermee had gedreigd eruit te stappen. Het syndicaat vond namelijk dat minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) te eenzijdig handelde. Op een spoedoverleg werden de plooien gladgestreken.

LEES OOK. Verschillende huisartsen slaan tarieven op: “Dit is een noodsignaal, geen manier om meer te verdienen” (+)

Huisartsen zouden er steeds meer voor kiezen om zelf hun prijs te bepalen. Patiënten moeten daardoor bij hen 8 à 10 euro betalen per consultatie, in plaats van 4 euro. Maar de stijging viel uiteindelijk nog mee: het aantal gedeconventioneerde huisartsen groeide met 1 procentpunt, van 8,43 naar 9,38 procent. De deconventionering ligt het hoogst bij dermatologen, oogartsen en plastisch chirurgen. In algemene zin behoren zij tot de laagverdieners van de specialisten. Dat komt deels doordat sommige ziekenhuizen (te) veel honoraria afhouden en deels door tarieven die volgens de specialisten te laag liggen om kwaliteitszorg te bieden.

Het nationaal akkoord over de tarieven loopt eind dit jaar af. Een nieuwe overeenkomst voor 2024 en eventueel 2025 wordt tegen de jaarwisseling verwacht.

Aangeboden door onze partners